dinsdag 28 februari 2012
schrikkel 053 / mirage 55
Het moet zo een keer om de zes tot twaalf maanden. Er is geen ontkomen aan. En we hebben getweeën nogal wat verhuisd, de laatste jaren, en kinderen in de groei – dus ligt de frequentie zelfs hoger. Altijd is er wel een klerenkast nodig, of een zetel, of een bed – en je komt steevast met veel meer rommel thuis dan je je had voorgenomen te zullen kopen: een pan, een pollepel, een stel glazen, een oorkussen. Die winkel is duivels opgezet. Het helpt niet dat je doordrongen bent van het besef dat alles op manipulatie is uitgetekend: de opstelling van de waren, het zigzaggend traject waar je nauwelijks van kunt afwijken, de kleurtjes en prijsjes. Kopen zul je. En steek het dan maar eens allemaal in elkaar, achteraf. Sommigen gaan er, naar verluidt, naar zéér verluidt, voor hun plezier heen. Stel je voor: een dagje IKEA. Het kan niet anders of de Zweedse gehaktballen zitten daar voor iets tussen.