Het hangt van de context af, me dunkt. Ik laat mij graag verrassen door wat er op het menu van het bedrijfsrestaurant staat – terwijl collega’s dat al vroeg in de voormiddag op het intranet uitzoeken. Wat schiet je daarmee op?, vraag ik hen. Je kunt er toch niets aan veranderen? Voorafgaand aan een reis naar een exotische bestemming echter lijkt zo’n houding van ‘we zien wel wat er gebeurt’ me toch een beetje ondoordacht. Dan wil ik eigenlijk helemaal niet verrast worden. Ik wil op voorhand weten wat er te zien is, waar ik moet zijn en hoe laat, of er plaats zal zijn in het hotel – en dan liefst een met niet te veel kabaal. Dat soort dingen, ik ben geen avonturier. (Meer in de mess dan in een Istanbulse soek.)
De context is ook: waar je zo’n slogan te lezen krijgt. Deze trap leidt naar de perrons van het Centraal Station in Brussel. Daar word je toch liever niet al te veel verrast; je hecht er aan klokvaste verbindingen en betrouwbare uurschema’s. Ik weet het, Turkije is ver uit de buurt en de affiche gaat niet over de NMBS – maar toch: je leest die drie woorden en denkt, op een onderbewust niveau: neenee, ik laat me hier, nu, liever niet verrassen. Ik wil die trein, meteen naar huis, naar een perfect voorspelbare avond. Knus en zónder verrassingen.Maar natuurlijk kun je – kan ik – de aansporing ‘Laat je verrassen’ ook anders lezen. En dan denk ik: natuurlijk, hoe vreemd dat dit hier expliciet wordt gesteld, zo stap ik al vele jaren door het leven. Toch zeker sinds ik met fotograferen ben begonnen. Ik kijk verwonderd om me heen en zie overal mirakels zich voltrekken. Ook hier: in die drie woorden, dat ik ze uitgerekend hier aantref, hoe ze botsen met wat ze in me oproepen, en hoe ik de gewaarwording heb dat ik mij precies daardoor laat, jawel, verrassen.