11. op een perron, door het raam van de trein waarin ik zit: een oude, in het grijs geklede man van kleine gestalte die wordt aangesproken door een grotere, jonge, in een rode mantel gehulde, zwangere vrouw
12. in de berm van de verkeerswisselaar van Zwijnaarde, op stakingsdag 30 januari: twee mannen die, provocerend, met groene vakbondsvlaggen staan te zwaaien naar het in file voorbijschuivende verkeer waarin ik zelf ook vastzit
13. op de plek waar, in Gent, de Tentoonstellingslaan uitkomt op de Ringweg: een arbeider in fluotenue die, vervaarlijk met de rug naar het open raamgat gekeerd waarin hij staat, vier hoog staat te gesticuleren naar een figuur die dieper in het in grijze ruwbouw verkerende appartementsgebouw waarvan alle andere open raamgaten leeg zijn heeft postgevat
14. in het station van Brugge: een man die met omzwachteld en bloedend hoofd wordt begeleid naar een klaarstaande ambulance
15. op het trottoir, voor het appartementsgebouw waar hij woont, twee nummers naast het mijne: mijn buurman D., met wie ik een praatje maakte over de praktijken van zijn eigenaar, over de mentaliteit van eigenaars in het algemeen, over het comfort van werkzekerheid en over de gezondheidstoestand van een van de oudere dames in zijn blok, die sinds een paar maanden doolt en onverzorgd op straat rondloopt