maandag 4 mei 2020

LVO 174



Toen ik achttien was en mijn ouders uit elkaar gingen en ik zelf op het punt stond het ouderlijk huis te verlaten, nam mijn vader zijn Proust mee – en op die manier verdwenen de drie Pléiade-delen bijna drie decennia lang uit mijn gezichtsveld. Maar ik vergat nooit dat ze bestonden want ik vereenzelvigde mijn vader ermee en telkens het gegeven vader in mijn gedachten opdook – veel meer dan een gegeven is mijn vader lange tijd niet geweest: je kunt jezelf nu eenmaal niet in deze wereld positioneren zonder het over een vader te hebben en als je het zelf dan ook nog eens wordt, is het hek helemaal van de dam – telkens ik dus aan mijn vader dacht, in het bijzonder, of aan dé of een vaderfiguur, in het algemeen, dacht ik er ook die drie Pléiade-deeltjes Proust bij.

Ik heb niet op de erfenis gewacht om in het bezit te komen van mijn eigen driedelige Pléiade-Proust. In 1994 vond ik in een Brussels antikwariaat een uitgave uit 1964 voor de schappelijke ronde prijs van 1000 frank. Misschien had ik moeten weten dat tussen 1987 en 1989 een met ruime annotaties en varianten verrijkte vierdelige Proust was verschenen, maar goed, mijn leven zal toch al nauwelijks lang genoeg zijn om de driedelige uitgave door te nemen. Inderdaad, al sinds 2006 ben ik bezig met een close reading van dit meesterwerk en ik schrijf er, onder de titel 'Geen verloren tijd' (goede titel, vind ik zelf), een leesverslag bij. Ik vorder langzaam en heb al berekend dat ik, als ik het aangehouden leesritme extrapoleer, erin moet slagen om tot mijn 83ste niet-dement te blijven.

De drie boekdelen, die al die tijd – door mijn vader gelezen of ongelezen, dat weet ik niet – op een plank in een appartement in Riva del Garda hadden gestaan, kwamen dan uiteindelijk toch in mijn bezit toen mijn zus, mijn broer en ikzelf na het overlijden van mijn vader in 2008 zijn schaarse bezittingen gingen ophalen en onder elkaar verdeelden. 'Dit zal wel iets voor u zijn,' zegden mijn broer en zus, die geen fictielezers zijn. Ik verzweeg dat ik het boek al bezat, in precies dezelfde editie overigens. Maar ooit, dat had ik altijd geweten, zouden precies die drie delen, die unieke exemplaren, in mijn bezit komen en dus aanvaardde ik mijn vaders Recherche en gaf hem – omdat ik toen al volop in mijn eigen exemplaar aan het werken was – meteen door aan mijn oudste telg.

(wordt vervolgd) 
lees vanaf hier deel 1
lees hier vanaf het begin van deel 2