vrijdag 15 mei 2020

LVO 184



De wekelijkse kaartavonden kregen op het eind van het jaar een dubbele festieve uitloper. Ook op kerstavond en oudejaar kwamen mijn ouders en de buren samen. Elk nam een van beide avonden voor zijn rekening. Het ene jaar verzorgden mijn ouders de ontvangst op kerstavond en gingen we op oudejaar bij de buren, het volgende jaar was het omgekeerd. Na het feestmaal – bij ons een van de weinige keren dat de tafel op een wit tafelkleed in de woonkamer werd gedekt – werd er uiteraard ook weer gekaart, en op oudejaar werd er rond middernacht een extra glas geheven.

Dat waren mooie avonden. Ik bewaar er in elk geval een goede herinnering aan.

De burenvriendschap verliep op een gegeven ogenblik zelfs zo goed dat er gezamenlijke uitstappen en reisjes werden gemaakt. Deze werden gefinancierd met ‘de pot’ waarin de met het kaarten verspeelde bedragen werden bewaard.

Bij de reizen en uitstapjes werden de kinderen niet betrokken. Zo meen ik mij te herinneren dat mijn ouders samen met de Bellemansen naar Sluis gingen. Misschien is dat maar één of twee keer gebeurd, maar goed, het gebeurde toch. In die tijd waren er nog grenzen, met verschillende tariferingen en taksen, en bijgevolg ook douanes en beweegredenen om te smokkelen. Naar Sluis gaan loonde de moeite als je boter of sigaren of benzine nodig had. Maar aangezien bepaalde hoeveelheden niet mochten worden overschreden, bleef het toch vooral een plezieruitstap. En Sluis had nog een extra troef, die van het grensstadje voor heel wat Vlaamse dagjesmensen een aantrekkelijke trekpleister maakte: de sexshops. Dat verleende aan de uitdrukking ‘naar Sluis gaan’ een extra dimensie want sexshops, neen, dat hadden we in Vlaanderen niet.

Op zaterdagavond waren Dirk, Linda en ik meestal druk in ons spel verwikkeld, maar af en toe ving ik toch een schuinse opmerking op, iets in de sfeer van het scabreuze of scatologische of ronduit seksuele – en dan werd er gelachen en tegelijk, door mijn moeder of door Christiane natuurlijk, aangemaand tot discretie want, jawel, de kinderen zouden het eens moeten horen en daar hadden André en mijn vader, allebei misschien al wat minder geremd door de glazen bier die zij bij het kaarten nuttigden en enigszins in de wind, natuurlijk niet meer aan gedacht.

Wat die vier in Sluis gingen zoeken, weet ik natuurlijk niet met zekerheid. Ik vermoed dat ze wel nieuwsgierig zullen geweest zijn – het was in die tijd allemaal niet zo voorhanden en de mensen waren er ook nog niet van verzadigd. (Ik zie nu de beelden voor me van enkele Vlaamse mensen – een meneer met een klak op zijn kop en een sigaret in de mondhoek, vergezeld van een parmantig vrouwmens – die in de jaren zestig in het Nederlandse Hulst, dat een gelijkaardige functie vervulde maar dan voor mensen uit Oost-Vlaanderen, schielijk uit een sexshop stappen – toen werd dat nog met een x geschreven – en daar meteen een microfoon van het toenmalige infotainmentprogramma 'Echo' onder de neus gestopt krijgen. Zich nog niet bewust van de mogelijkheid om die schending van hun privacy assertief af te wijzen, formuleren ze een schutterig en ontwijkend antwoord op de onbeschaamde vraag of zij iets interessants op de kop hadden weten te tikken. Gelukkig was dat nog in zwart-wit, zodat het schaamrood op hun wangen niet zichtbaar werd.)


(wordt vervolgd) 
lees vanaf hier deel 1
lees hier vanaf het begin van deel 2