230222
▲ De verkoopster van de slaapwinkel verkocht hem de appelblauwzeegroene kussenslopen omdat die zo goed bij zijn helderblauwe ogen pasten.
▲ Mijn meer-dan-tachtigjarige onderbuurman Francesco, een Portugees die sinds de Anjerrevolutie nog niet de tijd heeft gevonden om Frans, laat staan Nederlands te leren, had mij verzocht hem te komen helpen met zijn televisie, die het niet meer deed. Ik deed mijn best maar vond geen oplossing om het euvel te verhelpen. Ik probeerde de brave man diets te maken dat hij un technicien zou moeten optrommelen. Francesco trommelde wezenloos op de afstandsbediening. En kijk, daar floepte het toestel aan. Als bij wonder.
Hij haalde zijn bruid met veel vertoon in en richtte een schitterend feest aan, maar toen hij tijdens de eerste nacht het huwelijk ook daadwerkelijk moest voltrekken, slaagde hij er amper één keer in om raak te schieten en zelfs die ene keer liep het bijna met een ketsschot af, en de ochtend daarop zag hij er zo uitgeteerd en verlept uit dat zijn levensgeesten met malvezij, taart en andere hartversterkers weer moesten worden gewekt.
Giovanni Boccaccio, Decamerone (ca. 1352), 184 (vertaling Frans Denissen (2003))