230225
▲ In de vorm van een amaryllisbol en vijftig rode tulpen werd hier de lente in huis gehaald.
▲ Inderdaad, in het Woud van Arden zullen geen palmbomen groeien. Dit woud komt ter sprake in Onze man in Havana (84) – en doet daar verder niet zo heel veel ter zake. Of het zou moeten zijn dat Greene de betekenis in gedachten heeft die wordt uiteengezet in The Wordsworth Dictionary of Shakespeare van Charles Boyce, waarin ik lees dat ‘the Forest of Arden’ in As You Like It de Ardennen is, een plek waar de handeling zich ver van de maatschappij kan afspelen maar die toch niet in die mate paradijselijk of idyllisch is dat diegenen die er verblijven er tegenop zouden zien om haar te verlaten. Zo bekeken is er beslist een ideologisch te duiden overeenkomst tussen dit Woud van Arden en het eiland waarop Greene zijn verhaal heeft gesitueerd.
▲ In Onze man in Havana heeft Milly, de zeventienjarige dochter van de held met de bizarre naam Wormold, het over ‘een oude man’ die ‘een coup de foudre’ heeft gehad. (93) Ja, zoiets kan nog gebeuren met een oude man, aldus Milly. Een oude man, ‘hij was al bijna vijftig’, voegt ze er tot overmaat aan toe.
▲ Dylan van Baarle, onmiddellijk na zijn zege in De Omloop Het Nieuwsblad: ‘Ik heb gedaan wat mijn ploegleider mij heeft opgedragen: ik heb mijn instinct gevolgd.’
Op de rug van de heuvel ligt het Pakenshof, eertijds een boerendoening maar nu het hol met de razende oven waarin het brons kokhalst van ongeduld om door zwijgende gieters naar zijn bestemming te worden gedragen. ‘De geut’ zeggen de gieters, en liggen er uren wakker van. En als de geut volmaakt is praten ze erover als over iets levends, een persoon die De Geut heet.
Wannes van de Velde, Een wad in de tijd (1997), 40