dinsdag 14 februari 2023

Carson McCullers, Het hart is een eenzame jager

notitie 359


De Verenigde Staten, het diepe Zuiden, vlak voor de Tweede Wereldoorlog. Crash, drooglegging en droogte zijn nog voelbaar en zichtbaar aanwezig in een algehele groezeligheid en armoede. De achterstelling van het zwarte deel van de bevolking, in een systeem dat je gerust apartheid kunt noemen, wordt hoe langer hoe onhoudbaarder. Dit is een samenleving vol spanningslijnen, etterend kwaad, onder- en bovenhuids geweld, misnoegdheid en miserie. Dit is het decor van Carson McCullers eerste en ook bekendste roman, Het hart is een eenzame jager.

We bevinden ons in een stad die groot genoeg is voor een café dat ook ‘s nachts open is. Dit ‘New York Café’ is het epicentrum van de gebeurtenissen. Hier komen, onafhankelijk van elkaar en elkaar slechts zijdelings rakend, op elkaar afschampend, de onderling zeer verschillende protagonisten van de roman regelmatig binnen en raken hun verhaallijnen met elkaar verknoopt.

Biff Brannon is de uitbater. Zijn huwelijk met de gelovige Alice ligt op apegapen. Na een korte ziekte sterft ze. Biff, ongelovig, lijkt daar vrij vlug overheen te komen. Hij is een zachtaardige man die zijn klanten goed verzorgt. En niet alleen dat: hij ziet ook wanneer ze het moeilijk hebben en helpt hen met meer dan alleen maar een vlotte en eerlijke bediening. Biff ziet een verschuldigd bedrag al eens door de vingers. Biff heeft vrouwelijke trekjes. ‘Een paar van de grillen die hij in Alice belachelijk had gevonden had hij nu overgenomen.’ (229) Hij vindt het ‘een compliment’ wanneer een vrouwelijke klant hem ‘een perfecte moeder’ (234) noemt nadat hij haar heeft geholpen met het verzorgen van haar baby.

Mick, Jake en Singer komen regelmatig langs. Over Singer verderop meer.

Mick Kelly is een dertien-, bijna veertienjarig meisje, lid van een kroostrijk en armlastig gezin dat het hoofd boven water probeert te houden met kamerverhuur. Deze garçon manqué is vroegrijp, grijpt al eens naar de sigaret, koestert dromen over muziekspelen en schrijven, en is, zonder het zelf te beseffen, een beetje verliefd op Biff. Zij weet niet dat Biff zelf ook zijn onuitgesproken gevoelens voor haar probeert te onderdrukken. ‘Eigenlijk was dat… een beetje ongepast. Ja. Verkeerd.’ (236)

Jake Blount is een aan lager wal geraakte intellectueel die evenzeer aan communistische ideologie is verslingerd als aan alcohol. Deze man met kwade dronk komt in elke stad waar hij tijdelijk verblijft in de problemen. Ook hij droomt: van een rechtvaardige samenleving waarin niet alle geld in de zakken van weinigen verdwijnt. Jake wordt gedreven door een rechtvaardigheidsgevoel maar tegelijk ook verlamd door zwakheid en onvermogen. Jake Blount is een verbitterd man.

Dokter Copeland is geen staminee van het New York Café. Gesteld dat hij er tijd voor zou hebben, hij zou er niet mogen komen omdat hij een zwarte man is. Hoe goedmoedig Biff Brannon ook moge zijn, de rassenscheiding is op dat moment nog strikt. Ook Copeland wordt aangedreven door het heilige vuur van de woede om zoveel ongelijkheid. Hij werkt zich te pletter voor de armsten, en dat zijn altijd zwarten. In zijn schaarse vrije uren leest Copeland Spinoza, Marx en Shakespeare. Dokter Copeland is een gescheiden man. Zijn dochter Portia werkt in het pension van de Kelly’s.

Een van de gasten daar is Singer. En zo kom ik bij het meest raadselachtige personage. Deze doofstomme jood wandelt het boek binnen aan de zijde van de eveneens doofstomme Spiros Antonapoulos. De corpulente Griek verdwijnt al vlug van het toneel. De vriendschap tussen beide mannen was allerhartelijkst, om niet te zeggen homo-erotisch. Singer verbijt zijn verdriet in een ascetisch bestaan. Hoewel er met hem enkel dankzij zijn vermogen om te liplezen en met behulp van briefjes kan worden gecommuniceerd, wordt hij toch de vertrouwenspersoon van Jake. En Mick wordt, behalve op Biff, ook op hem verliefd. Singer is de centrale figuur in het boek. Zelf doet hij nauwelijks iets, maar de anderen cirkelen om hem heen. Zonder hem ooit echt te raken.

De sfeer is broeierig, conflicten kunnen niet uitblijven. Er gebeuren erge dingen, onder meer met William, een broer van Portia. Jake en dokter Copeland zetten hun zinnen op verzet. Maar hoe pak je verzet aan? Dokter Copeland wil een breed gedragen bewustwording die groeit van onderuit. Hij is voor de langzame, theoretische aanpak. Jake wil directe actie. Ze menen het allebei goed, maar hun onderlinge ruzie verlamt de noodzakelijke tegenbeweging.

De sterkte van deze roman ligt in de bedachtzame tekening van een sfeer. Carson McCullers doet dat door in de huid te kruipen van haar personages. Zij dwingt ons tot empathie – en we kunnen niet anders dan geraakt worden door de rampspoed die deze mensen treft. Zeker ook omdat McCullers hen meer met suggestie tekent dan met expliciete trekken. Zij laat ons alle tijd om in ons de aandrang tot ontwikkeling te laten komen om deze personages beter te leren kennen en om sympathie voor hen op te vatten. Boven alles is er het onvermogen van deze mensen, die nochtans elk op zich het goede willen, om met elkaar om te gaan en de krachten te bundelen om tot een betere en mooiere wereld te komen. Het hart is een eenzame jager is dan ook een diep-pessimistisch boek.

Het laatste en kortste van de drie delen waaruit het boek bestaat speelt in augustus 1939. Heel in de verte, aan de andere kant van de oceaan, zwelt het gedruis aan van een oorlog waarin de zwarte Amerikaanse jongemannen wel goed genoeg zullen zijn om samen met hun blanke wapenbroeders te sneuvelen op het veld van eer, zoals dat dan heet.


Carson McCullers, Het hart is een eenzame jager, vertaling (1983/2016) door Molly van Gelder van The Heart is al Lonely Hunter (1940)