De straat waaraan ik woon is een kaarsrechte straat. Toch zeker tot aan de verkeerslichten op het kruispunt met de Leopold I-laan. Pas daarna loopt hij in een bocht tot aan het kanaal naar Oostende. Maar hier is het begot géén ‘knikjesstraat’! Kaarsrecht is ie, zeg ik u, geen zweem van draai of bocht, laat staan een knik of een knikjé. Wij zeggen hier allemaal flink goeiedag wanneer wij elkaar kruisen op het voetpad, lichten beleefd de hoed van ons hoofd, zijn zeker niet te familiair wanneer wij informeren naar elkaars gezondheid. Daar hebben wij geen betutteling voor van doen!