vrijdag 13 november 2020

op naar de zestig 31



 

Voorlopig moet ik het stellen met het feeërieke van twee soorten kunstlicht, wit en geel, die zich afzetten tegen het diepe blauw van de zich terugtrekkende nacht. Het daglicht zal straks mijn uitzicht inkleuren. Een uur later keer ik terug naar het raam en leg het palet vast dat deze mistige 11 november-ochtend voor mij in petto heeft: het roestige van de nog niet afgevallen bladeren, een restant zomer in een vaal groen, het groezelige grauw van de grindpaden, een zweem blauw achter de optrekkende mist. Uit dit herfstige palet van vochtige grijzen is de nacht nog niet helemaal weggefilterd.