Het was de uitgelezen manier om onvergankelijkheid te verwerven: met je fietsje door een strook vers gegoten beton rijden. Zelf heb ik het nooit gedaan – ik was braaf – maar hier en daar kon je dat dubbele bandenspoor zien dat door een zigzaggende fiets was achtergelaten. Of in het beton vereeuwigde kattenpootjes, die zag je ook wel eens. Pompeï op het fietspad. Met een herfstblad voelt het vreemd aan: dat iets zo vergankelijks zo kan blijven. Dat zoiets lichts zwaar genoeg kon wegen om in een al vlug hardende stugge vloeistof een afdruk achter te laten. Voor altijd, tot opbrekens toe.