zondag 27 november 2016

driekleur 281



Stenen en hun bestaan stond in gouden letters gekalligrafeerd op een rode stoffen kaft.
‘Ik breng het morgen wel terug,’ zei ze haastig.
‘Dat hoeft niet. Ik heb het niet meteen nodig.’
Ze aarzelde, wist niet goed of ze nog iets zeggen moest. Hij droeg puntige zwarte schoenen.

Kris Van Steenberge, Woesten, 17-18