wolkenfragmenten
uit Luigi Pirandello, De zwarte sjaal
2131
(…) nu eens zag ze hoe in het westen de zon als een
vurige schijf langzaam verdronk temidden van de schimmelige nevels die zich op
de egaal grijze zee hadden vastgezet, dan weer hoe hij in triomf neerdaalde op
de in vuur en vlam staande golven, voor een luisterrijk decor van brandende wolken
(…) (39-40)
2132
Hoog in de lucht waren de wolken, die daarnet nog in
vuur en vlam stonden, donkerder geworden, als rook. (56)
2133
Langs de hemel snelde een eindeloze, dicht opeengepakte
massa lichte, lage, askleurige wolkjes, alsof ze met spoed daarginds,
daarginds werden verwacht, in het oosten, voor een geheimzinnige bijeenkomst,
en het was of de maan, van omhoog, hen een parade afnam.
Met het hoofd in de nek zat Bronner een poosje te kijken
naar deze wolkenvlucht, die zo’n geheimzinnige levendigheid gaf aan de
heldere stilte van de maannacht. Opeens hoorde hij het geluid van voetstappen
op de nabijgelegen brug, de Ponte Margherita, en hij keek die kant uit.
Het geluid van de voetstappen verstomde.
Misschien was er iemand die op ditzelfde moment, net als
hij, naar die wolkjes keek en naar de maan die hen een parade afnam, of
naar de rivier met zijn trillende weerkaatsingen van lichtjes in het zwarte
water. (215-216)
2134
Hij had, als een decor, het schouwspel van die hemel
meegebracht, waarlangs de lage, lichte wolkjes snelden (…) (218)
2135
Aan de hemel ging de vlucht van lichte, lage, askleurige wolkjes
nog steeds door. (225)