Meer dan De Lustige Kapoentjes trok de tuin achter de grootouderlijke woning mij aan.
Als je door de achterdeur naar buiten stapte, van de koelte binnen
meteen in de knallende zon, en de bordestrap afdaalde, betrad je een
kiezelvlakte. Daarop stond soms de Kever geparkeerd, en er werd ’s avonds, in
de langer wordende schaduwen van de cipressenrij waarachter de moestuin zich
uitstrekte, al eens een spelletje jeu de boules op gespeeld. Dat
gebeurde niet met de stalen petanquekogels die elders voor dit spel worden
gebruikt, maar met grote, pastelkleurige stenen bollen. Die rolden niet goed op
de kiezels. Ze bleven min of meer daar liggen waar ze, na door de avondlucht de
boog te hebben beschreven die de werper hen had opgelegd, met een knerpend
geluid waren neergekomen.
Het smalle tuinperceel strekte zich minstens – althans in mijn herinnering,
een halve eeuw later – honderd meter diep uit. Een middenpad trok het zo al
langwerpige terrein in twee nog smallere repen. Links en rechts was de grond in
haaks op het pad zich uitstrekkende stroken onderverdeeld, waarop mijn
grootouders, en dan vooral mijn grootvader, allerlei groenten teelden: bonen,
aardappelen, aardbeien, prei, salade, enzovoort. Twee rijen cipressen sloten
een strookje gazon in waarop enkele fruitbomen stonden: appel, peer, pruim. En
er waren, helemaal tegen de haag achterin, ook bessenstruiken: rode en witte
aalbessen, stekelbessen, jeneverbessen.
Achter die haag luidde een akker een desolaat landschap in waarop boeren
gewassen ontfutselden aan het vruchtbare Maasslib. Her en der stond in de verte
een bouwsel dat iets met hun activiteiten te maken had, of een pyloon, of een
groepje bomen. Tot aan die haag stond – en staat nog steeds in mijn herinnering
want ik heb die tuin enkel in de zomer betreden – alles in volle groei en bloei.
De prinsessenbonen kronkelden wellustig als paaldanseressen tegen hun staken
aan, de aardbeien bloosden ervan, de kroppen sla moduleerden op alle tinten
tussen wit, geel en groen.
Een van de bessenstruiken op het eind van de tuin lag aan de basis van een
bijna-conflict tusssen kleinzoon en grootvader, dat een grote indruk op mij
naliet. Bestraffingen onthoud je goed. Maar kwijtgescholden bestraffingen zo
mogelijk nog beter.