Dat lijkt een eigenaardige wending, in beproeving brengen. Zou het kunnen dat het idee erachter ook in
een knoop ligt? Dat er zoveel over is nagedacht en gehakketakt, dat er een kreupel
compromis uit is voortgekomen?
Van bekoring naar beproeving: zo’n ingrijpende wijziging
moet in een traag en log instituut als de RKK veel voeten in de aarde hebben
gehad. Er zullen wel veel beraadslagingen van intrakerkelijke ethische en
theologische commissies aan voorafgegaan zijn. Ik prijs mij gelukkig dat ik als
buitenstaander enkel van het resultaat kennis hoef te nemen.
Wat is het verschil tussen bekoring en beproeving? Op de een
of andere manier moet ik toch denken aan die andere RKK-restrictie: dat wij ook
in gedachten niet mogen zondigen. ’t Is niet van ‘kijken mag, aankomen niet’.
Neen, er mag zelfs niet gekéken worden.
Nu lijkt op dat punt toch een afzwakking in de maak. Alsof
er nu wél mag gekeken worden. Het kijken luidt de bekoring in (of leidt ons erin), de beproeving (waarin
wij gebracht worden) lijkt pas van
het aankomen een gevolg.
Hoewel, het is ingewikkelder dan dat. Een bekoring kan op
zich een beproeving zijn (omdat aankomen niet mag en daar lijden we dan onder),
maar dat hoeft niet per se. Een bekoring kan immers ook op zich, zonder eraan
toe te geven, aangenaam zijn voor wie er vrede mee neemt – en dat mag nu dus
van de RKK.
Wie niet aan de bekoring kan weerstaan, kan zich echter aan
een beproeving blootstellen. Er kan een beproeving zijn in de bekoring, maar er
zijn toch vooral beproevingen buiten de bekoring. Er zijn echter ook beproevingen
die strikt genomen niets met bekoringen te maken hebben. Er zijn zelfs heel
veel beproevingen die niets met bekoringen te maken hebben. Ja, de meeste
beproevingen – ziekte, oorlog, tegenslag, de nieuwe single van Milow en het
austeriteitsbeleid van onze regeringen – hebben niets met bekoringen te maken.
Dat luidt een belangrijk onderscheid in: waar bekoring niet
los kan worden gezien van onze vrije wil, geldt dat voor beproevingen meestal
niet. Van bekoringen kunnen wij ons afsluiten, beproevingen hebben wij te
ondergaan.
Ik vraag mij af waarom de RKK-onzevadercommissies
uitgerekend nu met deze update op de proppen komen. Ik ben geneigd om er brede
maatschappelijke evoluties bij te betrekken. Zo gezien komt de switch van
bekoring naar beproeving rijkelijk laat – maar dat zijn we van het instituut
gewoon. Soutanes en kazuifels ruisen traag. Want wat betekent het Onzevader
nog, gebeden in een op hebzucht, begeerte en gemakkelijke zintuiglijkheid
gestoelde samenleving waarin alles bekoring is of toch nastreeft het te zijn? De
bekoring is alom. Het is niet meer mogelijk om niet bekoord te worden. Een instantie afsmeken dat hij – mannelijk!
– ons niet in bekoring zou leiden, heeft strikt genomen geen zin meer.
Dus, wat stellen de RKK-commissies voor nu de strijd tegen
de bekoring verloren is? Dat we voortaan afsmeken dat we niet in beproeving
zouden worden gebracht! We verleggen de focus: van zelfbeheersing naar over het
hoofd gezien worden (passief!) door
het lot. Van iets waartegen we nog een antwoord kunnen formuleren en wat dus
voor ons een uitdaging is, naar iets waartegen niets meer te beginnen valt.
Is het vergezocht hierin een teken des tijds te zien?