Een meisje dus
en ze deed wat meisjes op de trein dan vaak doen als ze niet genoeg tijd hebben
gehad om thuis op hun gemak te ontbijten: een tupperwaredoos met ontbijtgranen
uit de tas halen en een potje yoghurt. Yoghurt en ontbijtgranen in de mix, en
oplepelen maar. Ondertussen wordt via oortjes naar muziek op de iPhone
geluisterd. Ik doe ondertussen van schrijfschrijf, ook al zit dat meisje naast
mij te ontbijten en kan ze ondertussen van mijn scherm meelezen wat ik allemaal
wereldkundig zit te maken.
Tot opeens het
onverwachte gebeurt.
‘Dat gaat wel
vlot!’
Ik kijk haar
aan, voor het eerst écht eigenlijk, en dan door het raam naar het
voorbijschuivende Pajottenland omdat ik denk dat ze het over de snelheid heeft
waarmee de trein zich hoofdstadwaarts spoedt. Maar ze wijst met een hoofdknikje
naar mijn scherm.
‘Ach, dat
bedoel je. Ja, het valt wel mee.’
‘U moet er
precies niet veel over nadenken.’
‘Neen, wat ik
nu aan het schrijven ben, zit al helemaal klaar in mijn hoofd.’ Ik moet het er
alleen maar uitrammen, denk ik erbij maar dat spreek ik niet uit.
‘En wat
schrijft u?’
Het minste wat
je kunt zeggen, laat ik mijn ene helft tegen de andere zeggen, is dat ze geen
blad voor de mond neemt. ‘k Vind het wel sympathiek, eigenlijk. En ze heeft dat
tupperwaredoosje heel proper leeggelepeld.
Ik vertel in
het kort wat ik aan het schrijven ben en laat mijn exposé, wanneer ik het als
afgerond beschouw, naadloos overgaan in een vraag die, net zoals datgene wat ik
net aan het meisje vertelde, over lezen gaat – dus dat was logisch.
‘Lees je graag?’
Ze leest niet
meer. Toch geen boeken. Vroeger, toen ze haar studie Frans-Spaans nog niet had
afgebroken, las ze wel meer. Nu werkt ze voor een verzekeringsmaatschappij. En
ze studeert ook: gezinswetenschappen. Want ze is niet van plan voor die
maatschappij te blijven werken want, neen, verzekeringen is niet zo haar ding.
Het meisje
vraagt niet wat ik doe.
We komen aan in
Brussel-Zuid en ze vraagt me even mijn been opzij te houden zodat ze met haar
lege yoghurtpotje bij het onder het raam tegen de wagonwand bevestigde
vuilnisbakje kan. Ze vraagt of ik nog ver moet.
‘Neen hoor. Ik
moet uitstappen in de Centraal. Ik heb dus nog net genoeg tijd om mijn spullen
bijeen te rapen.’
Het meisje
staat recht, zegt goeiedag en stapt af. Ik ken haar naam niet maar volgens mij
heet ze Elsie. Of misschien Ilse. ¶
Conversatietje met Noël Slangen op FB:
Pascal Cornet Toch
paradoxaal: uit de liberale partij stappen om je vrije meningsuiting te
heroveren!
Noël Slangen Een liberale
partij verdient eveneens militanten die zich onvoorwaardelijk achter iedere
beslissing kunnen zetten. Ik ben zo geen militant, vandaar mijn beslissing.
Pascal Cornet Ik begrijp
en waardeer uw beslissing. Het enige wat ik met mijn reactie wou suggereren, is
dat de politiek, los van welke strekking ook, tegenwoordig te zeer een zaak van
partijen is en te weinig van individuele overtuigingen. ¶