Gisteren op de fiets: een frontale botsing met een hommel. Hij vloog tegen mijn onderlip aan, sukkelde dan bijna mijn mond in – ik kon hem nog net uitspuwen. De botsing was onzacht, ik vermoed dat het dier zich zal bezeerd hebben. Maar ik had ook pijn: mijn lip begon meteen te zwellen. Al denk ik dat ik aan groter onheil ben ontsnapt want wat zou er gebeurd zijn indien het geel-zwarte insect tegen mijn huig was gevlogen en eventueel zelfs in mijn luchtpijp was beland? – ik mag er niet aan denken, dat geel-zwarte beest dat mij de mond snoert. ¶
Opening
Night van John Cassavetes heeft me aan het denken gezet over ouder
worden. Tegenwoordig is zowat alles geregeld en behoudens ziekte of accidenten word
je oud. Dát, oud worden, zorgt voor de laatste mogelijkheid tot avontuur van je
leven, het enige wat nog onzeker is: hoe
je dat aanpakt, dat ouder worden, dat heb je – opnieuw: behoudens – volledig zelf in de hand. Je bent de regisseur van je
eigen leven en dat is wellicht het laatste gebied waar je een persoonlijke
toets kunt aanbrengen, waar je echt creatief kunt zijn. ¶
Mijn
tekst bij een door een N-VA’er geplaatste cartoon over hoe de Rode Duivels-gekte
abrupt aan zijn eind komt nadat de Belgische ploeg roemloos werd uitgeschakeld,
lokt heel wat reacties uit, overwegend van mensen die het met me eens zijn. De
N-VA’er zelf, wiens naam ik had getagd, reageert ook en hij doet dat – wat een
verademing! – op een beschaafde manier. Ik beloof hem een antwoord op zijn
vraag waarom een Vlaams nationalisme niet en een Belgisch nationalisme voor mij
dan wel zou kunnen (hij gaat ervan uit dat ik, omdat ik geen Vlaams-nationalist
kan of wil zijn, dan maar een Belgisch-nationalist ben). ¶
T. toont me – via de chat – foto’s uit de, letterlijk, oude
doos die ze vandaag van haar vader heeft gekregen. Foto’s uit de jaren zestig,
zeventig. Kleurenfoto’s allemaal, maar die lijken de overheersende kleuren van
toen, bruin en oranje en beige, alleen maar achterna te gaan door de manier
waarop ze nu verkleuren. Je vraagt je af wat er binnen een paar decennia nog
van die kleurenfoto’s gaat overblijven. Op een van de foto’s zie ik T.’s vader aan
een woonkamertafel een heel gezelschap van mannen – broers en neven zegt T. – entertainen.
T’s vader praat geanimeerd, zorgvuldig getrimde snor onder de neus, sigaar in
de hand. Tegen de muur een geschilderd stilleven. Op de voorgrond is een vrouw
met iets anders bezig. De broers en neven kijken geamuseerd toe. Boven de deur
naar een andere plaats hangt een Christusbeeld. Het is een
Christus-zonder-kruis. Ik bedoel, het is een beeldje van een hangende Christus,
maar het kruis moet je erbij denken. ¶
In Bagdad sterven bij een aanslag 120 mensen. Toch opent het
VTM-journaal met een item over elektrische auto’s. Bij de VRT gedragen ze zich
als de
propagandadienst van Theo Francken door diens persbericht als belangrijkste
nieuws te brengen, over hoe er de jongste tijd steeds meer asielzoekers
vrijwillig terugkeren. In het aansluitende interviewtje kan de staatssecretaris
het niet laten om nog maar eens aan zijn primitiefste instincten uiting te
geven: ‘Ze komen naar hier en denken dat ze hier meteen een mooi huis zullen
hebben en met een sjieke bak gaan kunnen rijden, maar dat is natuurlijk niet
waar en dus willen ze terug.’ (Ik kan het fragment niet terugvinden, maar heb
toch zeker niet gedróómd dat hij het zei? Of was het op VTM, waar ze dat item
ook hadden, maar dan ergens achterin het journaal?) ¶