wolkenfragmenten
uit Konstantin Paustovskij, Verre jaren
1967
Boven het ravijn stonden de wolken stil aan de
hemel, echte Oekraïense wolken, traag en weelderig.
(17)
1968
Onweer was in Gorodisjtsje geen uitzondering. Het begon met
Sint-Jan en duurde de hele maand juli; het eiland werd dan belegerd door een
vesting van hoogopstapelde veelkleurige wolken, het bliksemde en
donderde dat het huis ervan op zijn grondvesten stond te schudden en tante
Dozja soms bijna flauw viel van angst. (29)
1969
Achter het bos van gravin Branitski steeg een grote
nevelgrijze wolk op. (32)
1970
Ik wist niet wat Cupido en Gratiën, waren maar door de
zangerige klank van deze verzen, het hoge bladerdak van het park, de eeuwenoude
linden en daarboven de hemel met de voorbijglijdende wolken, leek alles
wel een sprookje. (48)
1971
Dezelfde grijze droge wattenwolken bleven de hele
dag boven de bergtoppen hangen. (86)
1972
Het was al lang tijd om te vertrekken maar op het station
heerste een slaperige stilte, de zon brandde, de wolken dreven over, een
blauwe schaduw langs de grond slepend, de passagiers knikkebolden en de trein
stond daar maar. (95)
1973
Je houdt van ieder grassprietje, gebogen onder de dauw of
gekoesterd door de zon, van iedere kroes water geschept uit de put in het bos,
van ieder boompje met bevende blaadjes boven een windstil meer, iedere
hanegekraai, iedere wolk die voorbijzeilt in de bleke hoge hemel. (98)
1974
De sneeuw begon al donkerder te worden en al vaker zagen we
blauwe flarden lucht tussen de wolken als een voorbode van de naderende
lente. (123)
1975
Wolken dreven als schuiten met een
blauwe bodem over. (129)
1976
Maar hoe wij ook uit onze vuurtorenhoge
uitkijkposten rondspiedden met een hand boven onze ogen tegen het felle zonlicht,
iets anders dan bossen en voortdrijvende wolken zagen wij niet. Ons
hoofd duizelde ervan. Boven in de hoge sparren leken de wolken veel
dichterbij zodat je bijna zin kreeg om je hand naar die sneeuwwitte donsmassa’s
uit te strekken.
Nog hoger liepen lichte strepen langs de hemel waar zich
doorzichtige windvanen uit losmaakten. Volodja Roemjantsev zei dat dit ook wolken
waren maar dat deze zo hoog zaten dat ze niet uit waterdamp maar uit
ijskristallen bestonden. Als een veren waaier hingen ze bewegingloos in de
koude onbereikbare hemel. (130)
1977
Om de toppen van de bleeklila bergen hingen wolken. (158)
1978
Boven zee deinde een rosse gloed die de laaghangende wolken
en het onstuimige water verlichtte. (167)
1979
De Tsjatyr-Dag en de Boboegan hulden zich in wolken. (170)
1980
De wind joeg de wolken voort die zich opstapelden
achter de rivier. (196-197)
1981
Dikwijls schijnt door een dikke laag van leugens, armoede
en lijden, het goede heen zoals soms opeens aan het einde van een sombere dag
de stralen van de ondergaande zon door het grijze wolkendek heenpriemen. (204)
1982
En inktzwarte wolken
verduisterden de aarde, / De bliksem verbrijzelde oude wouden / En Gods stem donderde door het heelal. (247)
1983
Het was of de glasheldere druppels die uit de wolken
neerstortten, op toetsen tikten, zo zuiver was het lied van de regen dat in
mijn kamer weerklonk. (260)
1984
Boven de eentonige Lvovskaja-straat dreven ronde
gelijkvormige wolken. (264)
1985
Het druppelde van de daken, de ijspegels tinkelden en
alleen ’s nachts scheurde de wind soms het wolkendek stuk, er kwam een
dun vliesje op de plassen en de sterren verschenen schitterend aan de hemel. (303)
1986
Volgens mij hadden alle bewoners dadelijk wakker moeten
worden en de straten op moeten stromen om naar de lugubere vlucht van de wolken
te kijken en te horen hoe de sneeuw ritselend wegdooide en het water in dunne
straaltjes onder de langzaam wegzakkende sneeuwhopen wegliep. (306)
1987
Na een periode van wolkbreuken trad de droogte in. (319)
1988
Een onweerswolk schemerde aan het wazige uitspansel. (320)
1989
Tegen de schemering trok het waas op en de wolk,
duister als de nacht, bedekte nu de halve hemel. Bliksemschichten kliefden er
doorheen. De donder zweeg nog. In het oosten kwam een wazige m aan op. In haar eentje, volkomen in de
steek gelaten, stevende zij op de wolk af. (320)
1990
In de wolk werden gele wervelwinden zichtbaar. De
rand van de wolk begon naar de aarde om te buigen. (320)
1991
De stormwind striemde door het park en stapelde wolken
op boven de toppen van de bomen. De wolken raakten erin verward, rukten
zich los waarbij vochtige vlokken in de takken bleven hangen en stormden
geschrokken de wijde wereld in. (325)
1992
Telkens
wanneer het boven het bos weerlichtte, werden even ragfijne wolken aan
de hemel zichtbaar. (332)