woensdag 27 juli 2016

wolken 1967-1992



wolkenfragmenten uit Konstantin Paustovskij, Verre jaren

1967
Boven het ravijn stonden de wolken stil aan de hemel, echte Oekraïense wolken, traag en weelderig. (17)

1968
Onweer was in Gorodisjtsje geen uitzondering. Het begon met Sint-Jan en duurde de hele maand juli; het eiland werd dan belegerd door een vesting van hoogopstapelde veelkleurige wolken, het bliksemde en donderde dat het huis ervan op zijn grondvesten stond te schudden en tante Dozja soms bijna flauw viel van angst. (29)

1969
Achter het bos van gravin Branitski steeg een grote nevelgrijze wolk op. (32)

1970
Ik wist niet wat Cupido en Gratiën, waren maar door de zangerige klank van deze verzen, het hoge bladerdak van het park, de eeuwenoude linden en daarboven de hemel met de voorbijglijdende wolken, leek alles wel een sprookje. (48)

1971
Dezelfde grijze droge wattenwolken bleven de hele dag boven de bergtoppen hangen. (86)

1972
Het was al lang tijd om te vertrekken maar op het station heerste een slaperige stilte, de zon brandde, de wolken dreven over, een blauwe schaduw langs de grond slepend, de passagiers knikkebolden en de trein stond daar maar. (95)

1973
Je houdt van ieder grassprietje, gebogen onder de dauw of gekoesterd door de zon, van iedere kroes water geschept uit de put in het bos, van ieder boompje met bevende blaadjes boven een windstil meer, iedere hanegekraai, iedere wolk die voorbijzeilt in de bleke hoge hemel. (98)

1974
De sneeuw begon al donkerder te worden en al vaker zagen we blauwe flarden lucht tussen de wolken als een voorbode van de naderende lente. (123)

1975
Wolken dreven als schuiten met een blauwe bodem over. (129)

1976
Maar hoe wij ook uit onze vuurtorenhoge uitkijkposten rondspiedden met een hand boven onze ogen tegen het felle zonlicht, iets anders dan bossen en voortdrijvende wolken zagen wij niet. Ons hoofd duizelde ervan. Boven in de hoge sparren leken de wolken veel dichterbij zodat je bijna zin kreeg om je hand naar die sneeuwwitte donsmassa’s uit te strekken.
Nog hoger liepen lichte strepen langs de hemel waar zich doorzichtige windvanen uit losmaakten. Volodja Roemjantsev zei dat dit ook wolken waren maar dat deze zo hoog zaten dat ze niet uit waterdamp maar uit ijskristallen bestonden. Als een veren waaier hingen ze bewegingloos in de koude onbereikbare hemel. (130)

1977
Om de toppen van de bleeklila bergen hingen wolken. (158)

1978
Boven zee deinde een rosse gloed die de laaghangende wolken en het onstuimige water verlichtte. (167)

1979
De Tsjatyr-Dag en de Boboegan hulden zich in wolken. (170)

1980
De wind joeg de wolken voort die zich opstapelden achter de rivier. (196-197)

1981
Dikwijls schijnt door een dikke laag van leugens, armoede en lijden, het goede heen zoals soms opeens aan het einde van een sombere dag de stralen van de ondergaande zon door het grijze wolkendek heenpriemen. (204)

1982
En inktzwarte wolken verduisterden de aarde, / De bliksem verbrijzelde oude wouden / En Gods stem donderde door het heelal. (247)

1983
Het was of de glasheldere druppels die uit de wolken neerstortten, op toetsen tikten, zo zuiver was het lied van de regen dat in mijn kamer weerklonk. (260)

1984
Boven de eentonige Lvovskaja-straat dreven ronde gelijkvormige wolken. (264)

1985
Het druppelde van de daken, de ijspegels tinkelden en alleen ’s nachts scheurde de wind soms het wolkendek stuk, er kwam een dun vliesje op de plassen en de sterren verschenen schitterend aan de hemel. (303)

1986
Volgens mij hadden alle bewoners dadelijk wakker moeten worden en de straten op moeten stromen om naar de lugubere vlucht van de wolken te kijken en te horen hoe de sneeuw ritselend wegdooide en het water in dunne straaltjes onder de langzaam wegzakkende sneeuwhopen wegliep. (306)

1987
Na een periode van wolkbreuken trad de droogte in. (319)

1988
Een onweerswolk schemerde aan het wazige uitspansel. (320)

1989
Tegen de schemering trok het waas op en de wolk, duister als de nacht, bedekte nu de halve hemel. Bliksemschichten kliefden er doorheen. De donder zweeg nog. In het oosten kwam een wazige m        aan op. In haar eentje, volkomen in de steek gelaten, stevende zij op de wolk af. (320)

1990
In de wolk werden gele wervelwinden zichtbaar. De rand van de wolk begon naar de aarde om te buigen. (320)

1991
De stormwind striemde door het park en stapelde wolken op boven de toppen van de bomen. De wolken raakten erin verward, rukten zich los waarbij vochtige vlokken in de takken bleven hangen en stormden geschrokken de wijde wereld in. (325)

1992
Telkens wanneer het boven het bos weerlichtte, werden even ragfijne wolken aan de hemel zichtbaar. (332)