donderdag 21 juli 2016

de zomer van 2016 – 33



20 juli

Émile Verhaeren is meerdere keren in Moskou geweest. Aangezien hij in 1911, het jaar dat Maurice Maeterlinck hem won, werd voorgedragen voor de Nobelprijs, hoeft het alleszins niet te verbazen. Maar ik wist het niet. En dus was het een aangename verrassing om in Verre jaren. Herinneringen van het tsaristische Rusland van Konstantin Paustovskij te lezen dat de nog jeugdige Konstantin (°1892) in die stad sporen van het verblijf van de Franstalige Belgische schrijver vindt: ‘Op het Rode Plein waren vuren ontstoken. Voorbijgangers en koetsiers warmden zich eraan. Rook lag over het plein. Op de muren rondom zag ik de affiches van het Kunsttheater met een vliegende meeuw erop en andere affiches met in vetgedrukte letters “Emile Verhaeren” erop.’ Ik schrijf: een ‘aangename’ verrassing, hoewel ik het werk van Verhaeren nauwelijks ken? Het zal wel met zijn nationaliteit te maken hebben, zeker? En met de verbondenheid die je dan voelt: trots dat een landgenoot het zo ver heeft geschopt en door een schrijver die je dan wel bewondert het vermelden waard wordt bevonden in de vorm van een jeugdherinnering. ¶

Als je in een paar dagen 60.000 mensen aan de kant zet, dan heb je wel drie maanden noodtoestand nodig om dat zaakje mooi af te werken en schoon schip te maken. Hiermee wordt Turkije wel het Noord-Korea van het Nabije Oosten. ¶