27 juli
In Antwerpen moet de politie een drukke winkelstraat
afzetten omdat meer dan duizend mensen er op Pokémons aan het
jagen zijn. Hier moet je geen staatsgreep organiseren om het volk eronder
te houden. Het zorgt daar wel zelf voor. Terwijl de wereld in brand staat – en
ik gebruik de vuurmetafoor hier niet onbedachtzaam want ik denk aan W.G.
Sebald, hoe hij in De ringen van Saturnus
zeer pregnant beschrijft hoe de wereld zichzelf met fossiele brandstoffen aan
het opstoken is – terwijl dus de wereld in brand staat, houdt het overwegend
jonge volkje, de bloem van de natie zeg maar, zich onledig met het opsporen,
achterna zitten en ‘vangen’ van virtuele wezentjes. Toen indertijd mijn
kinderen zich als kleuter lieten inpakken door Pokémon ergerde ik mij er al aan
maar ach, het waren kleuters toen. Maar hier gaat het niet alleen om kinderen
maar ook om jonge en hele volwassenen, mensen die eigenlijk, in een betere
wereld, zich zouden moeten inzetten voor hun medemensen, tegen de teloorgang
van het milieu, voor het tegengaan van onverdraagzaamheid. Maar neen, ze jagen
op hersenschimmen. The end is nigh. ¶