5 mei 2014
dag 7.3
De gesprekjes tussen La Tour du
Pin en Die
1. Met de cyclotoerist in
Phonak-pak. Over waar ga je naartoe en waar kom je vandaan. Maar de man geeft
ook vaderlijke raadgevingen. Je gaat je helm toch opzetten? Vorige maand is er
nog een man uit Saint-Etienne gestorven toen hij met zijn hoofd tegen een rots
terechtkwam. Ik zet hem voor de afdalingen zeker op!, beloof ik de man. U moet
hem ook tijdens de beklimmingen dragen. Die man is verongelukt tijdens het
klimmen! Ik beloof Phonak om de helm ook tijdens het klimmen te dragen. Dan
vraag ik hem waarom hij voor de sponsor van Floyd Landis rijdt. Hij vertelt me
dat hij een tijdje in het wielercircus heeft meegedraaid, als chauffeur van een
VIP-wagen tijdens de Dauphiné Libéré. Hij kende een man uit de
Phonak-entourage, van hem heeft hij het Phonak-pakje. Ik vertel de man dat ik
iemand ken, die ondertussen burgemeester van Brugge is geworden, die de fiets
van Landis heeft gekocht! Ze hadden precies dezelfde maten. Dan wordt het tijd
om afscheid te nemen. De Romeyère en de Rousset wenken. Ik mag een foto maken
van de Phonak-man. En hij geeft me een kaartje en vraagt me om wanneer ik
thuiskom een mail te sturen. Zo kunnen we misschien in contact blijven, voegt
hij er nog aan toe. Ik beloof hem zeker een mail te sturen.
Bonsoir,
Je vous envoie la photo que j'ai prise
au pied du col de Romeyère. J'ai bien survécu à l'ascension. Le reste de mon
voyage vers le Midi et mon retour en Belgique se sont bien passés. Je garde un
bon souvenir de notre petit entretien!
Bien à vous,
Pascal
(140527)
2. Met een koppel dat net een
wandeling heeft gemaakt, in het café boven op de top van de col du Romeyère.
Bewondering van de man. De Romeyère vanaf Saint-Gervais, dat is geen kattenpis.
Ja, zeg ik, het ging wonderwel. En dan vertel ik hem van 35 jaar geleden.
Eigenlijk ging het nu beter. Maar, zeg ik, ’t zal wel de laatste keer geweest
zijn dat ik hem zo met pak en zak oprijd. Met een koersfiets, dat zie ik me nog
wel een tijdje doen. Maar zo… En dan vertel ik hem hoe akelig ik de doortocht
door de onverlichte tunnel vond. Beneden waarschuwt een bord dat je als fietser
wordt verondersteld van verlichting te zijn voorzien. Maar enkel een gewoon
fietslicht helpt niet in de bijna een kilometer lange tunnel. Zeker niet als er
buiten fel zonlicht is, zoals vandaag. Je moet er min of meer op de tast door.
Bovendien bevat de tunnel een bocht en blijft het aardig stijgen. Het kille
water drupt van de rotsen in je nek. En er kan elk ogenblik een tegenligger met
verblindende koplichten aankomen! De man vertelt dat er twintig jaar geleden wél
verlichting was, de elektriciteit werd geleverd door een zonnepaneel. Maar dat
zonnepaneel werd gestolen en sindsdien is het altijd donker gebleven in de
tunnel.
De man vraagt naar mijn traject. Ik moet nog twee cols doen vandaag;
die vanaf de weg naar Villard-de-Lans naar Saint-Julien-en-Vercors en dan de
Rousset. Die van Villard is geen col, mengt de uitbaatster van het café zich in
het gesprek. Technisch gesproken heeft ze gelijk: van een col kun je enkel
spreken als er een waterscheiding is. Maar wij spreken sportief. Daar heeft
mevrouw geen oren naar.