zaterdag 28 juni 2014

tour 75



5 mei 2014

dag 7.3

De gesprekjes tussen La Tour du Pin en Die


1. Met de cyclotoerist in Phonak-pak. Over waar ga je naartoe en waar kom je vandaan. Maar de man geeft ook vaderlijke raadgevingen. Je gaat je helm toch opzetten? Vorige maand is er nog een man uit Saint-Etienne gestorven toen hij met zijn hoofd tegen een rots terechtkwam. Ik zet hem voor de afdalingen zeker op!, beloof ik de man. U moet hem ook tijdens de beklimmingen dragen. Die man is verongelukt tijdens het klimmen! Ik beloof Phonak om de helm ook tijdens het klimmen te dragen. Dan vraag ik hem waarom hij voor de sponsor van Floyd Landis rijdt. Hij vertelt me dat hij een tijdje in het wielercircus heeft meegedraaid, als chauffeur van een VIP-wagen tijdens de Dauphiné Libéré. Hij kende een man uit de Phonak-entourage, van hem heeft hij het Phonak-pakje. Ik vertel de man dat ik iemand ken, die ondertussen burgemeester van Brugge is geworden, die de fiets van Landis heeft gekocht! Ze hadden precies dezelfde maten. Dan wordt het tijd om afscheid te nemen. De Romeyère en de Rousset wenken. Ik mag een foto maken van de Phonak-man. En hij geeft me een kaartje en vraagt me om wanneer ik thuiskom een mail te sturen. Zo kunnen we misschien in contact blijven, voegt hij er nog aan toe. Ik beloof hem zeker een mail te sturen.

Bonsoir,
Je vous envoie la photo que j'ai prise au pied du col de Romeyère. J'ai bien survécu à l'ascension. Le reste de mon voyage vers le Midi et mon retour en Belgique se sont bien passés. Je garde un bon souvenir de notre petit entretien!
Bien à vous,
Pascal
(140527)

2. Met een koppel dat net een wandeling heeft gemaakt, in het café boven op de top van de col du Romeyère. Bewondering van de man. De Romeyère vanaf Saint-Gervais, dat is geen kattenpis. Ja, zeg ik, het ging wonderwel. En dan vertel ik hem van 35 jaar geleden. Eigenlijk ging het nu beter. Maar, zeg ik, ’t zal wel de laatste keer geweest zijn dat ik hem zo met pak en zak oprijd. Met een koersfiets, dat zie ik me nog wel een tijdje doen. Maar zo… En dan vertel ik hem hoe akelig ik de doortocht door de onverlichte tunnel vond. Beneden waarschuwt een bord dat je als fietser wordt verondersteld van verlichting te zijn voorzien. Maar enkel een gewoon fietslicht helpt niet in de bijna een kilometer lange tunnel. Zeker niet als er buiten fel zonlicht is, zoals vandaag. Je moet er min of meer op de tast door. Bovendien bevat de tunnel een bocht en blijft het aardig stijgen. Het kille water drupt van de rotsen in je nek. En er kan elk ogenblik een tegenligger met verblindende koplichten aankomen! De man vertelt dat er twintig jaar geleden wél verlichting was, de elektriciteit werd geleverd door een zonnepaneel. Maar dat zonnepaneel werd gestolen en sindsdien is het altijd donker gebleven in de tunnel. 


De man vraagt naar mijn traject. Ik moet nog twee cols doen vandaag; die vanaf de weg naar Villard-de-Lans naar Saint-Julien-en-Vercors en dan de Rousset. Die van Villard is geen col, mengt de uitbaatster van het café zich in het gesprek. Technisch gesproken heeft ze gelijk: van een col kun je enkel spreken als er een waterscheiding is. Maar wij spreken sportief. Daar heeft mevrouw geen oren naar.