(gebaseerd op Neil
MacGregor, Een geschiedenis van de wereld in 100 voorwerpen)
Stenen Indus-zegel
uit Harappa, Indus-vallei (Punjab), Pakistan (2500-2000 v.C.)
Als een zwerfkei, door een noeste ploeger naar het licht gewoeld,
dook het Harappazegel op aan het Aarde-oppervlak. Ooit in
voege
om bezittingen te markeren, was het vierduizend jaar en
meer
geheim gebleven onder een laag verkruimeld gebergte.
Minuscuul gezant van Egyptes en Mesopotamiës evenknie,
postzegelgroot memento mori voor onbescheiden beschavingen.
Een wezen tussen eenhoorn en rund in speksteen gestanst:
meer rest er niet van geavanceerde steden, naar alle
stilte
verdrongen nadat Indus’ zijrivieren hun beddingen
verlegden.
Het opschrift leert ons niets over de megalopolissen van
weleer.
Geen mens kent nog de tekens. Archeologen groeven straten
op,
aangelegd volgens uitgekiende plannen. Mét waterleiding
en riolering.
Sporen van geweld, usurpatie of militaire dictatuur waren
er niet.
Bekwame potentaten moeten hier ootmoedig hebben bestuurd.
Ze lieten geen mausolea na, noch andere relicten van
megalomanie.
Heerste in Harappa dan harmonie? Schril in elk geval is
het contrast
met het getouwtrek tussen twee hedendaagsere Punjabstaten
om wat schamele brokstukken van een voorgoed verloren
paradijs.