wolkenfragmenten
uit Oscar Wilde, Het portret van Dorian
Gray
1100
‘Wat afschuwelijk onrechtvaardig van
je!’ riep Lord Henry uit, terwijl hij zijn hoed achterover zette en omhoog keek
naar de kleine wolken die, als gerafelde strengen witte zijde, door de
turkooizen koepel van de zomerhemel dreven. (14)
1101
Er klonk een geritsel van kwetterende
mussen in de groene geverniste bladeren van de klimop, en de blauwe wolkenschaduwen
joegen elkaar als zwaluwen over het gras na. (19)
1102
Onbewolkt en door een enkele ster
doorboord, glansde een kopergroene hemel door de ramen. (145)
1103
De maan hing laag aan de hemel als een
bleke schedel. Van tijd tot tijd strekte een grote misvormde wolk er een
lange arm over uit en bedekte haar. (210)