ASSOCIATIEF
Wie vooraf geen denkroute heeft uitgestippeld, kan nog
altijd associëren.
Je stapt uit het Centraal Massief over de Alpen meteen Bretagne
binnen.
Is this the real life? De
Mont-Saint-Michel ligt daar bij God niet centraal.
Niemand tekende beter drollen dan Kamagurka. Toch ben ik
geen fan.
Wat hebben Arno Hintjens, James Ensor en Charlotte Mutsaers
met elkaar gemeen?
Het Afrikamuseum van Tervuren is, zegt men, met bloedgeld
opgetrokken.
‘t Was er koud die nacht toen ik er wacht moest lopen en
op de grond in slaap viel.
Kompaan Staelens bestuurde ’s zomers oogstmachines. Maar
niet in de Champagne.
Is this just
fantasy? Geert brengt elk jaar een doos of drie brut voor ons mee.
Bij V. schieten ze de kurk naar de luster. Als je de aan
kettingen opgehangen
koperen plaat treft, klinkt hij als een gong. Galileo Figaro. Magnifico!
Hadden wij maar zo’n koningin als de Nederlanders. ‘Bloed
aan de paal!’
De aristocraat Osvaldo Ardiles en playboy Mario Kempes
speelden na de oorlog
om de Falklands in hagelwitte uitrusting voor een
Londense ploeg. Hotspur.
Ik hoorde op de radio dat er alweer een slagschip was
gezonken. Blitz!
In dezelfde kamer was enkele jaren daarvoor in mijn oor John
Lennon vermoord.
De broer van Martientje Parmentier had net zo’n baard en
ziekenfondsbrilletje.
Hij was dj – wat zou er van hem geworden zijn? Mijn leven
redde hij alvast niet.
De hoes van mijn exemplaar van Stop Making Sense hangt nog altijd uit elkaar
nadat iemand er een pint op had gemorst. Het sprekende
hoofd van mijn badende broer
zong luidkeels: fafafafá-fa,
fafafafá-fa. Ik moest altijd als laatste en kreeg de fluitketel
mee omdat het water al lauw was. Hoe heette de eerste
trein van Mechelen naar Brussel?
Olifanten treuren als er een van de kudde doodgaat. Carambole. Ivoor. Hannibal. Piano.
Ik kan geen muziek spelen, laat staan improviseren. No escape from reality.