Wolkenfragmenten
uit Robert Walser, De vrouw op het balkon
en andere prozastukjes
1061
Grauwe wolken lagen op de bergen
alsof ze daar uitrustten. (51)
1062
Geboren om in dromen en hersenspinsels
rond te dolen en in de armen van de natuur te hangen, dagen en nachten onder
trouwhartige dichtbebladerde bomen met verzaligend dichten door te brengen,
zich met de bergweiden en hun bloemen te vermaken, hoog de hemel in te kijken
en de goddelijk gelaten gang van de wolken te aanschouwen – betrad hij
nu de keurige burgerlijke bekrompenheid van een welgesteld privéhuis en
aanvaardde de voor zijn weerspannige krachten vreselijke verplichting zich
netjes, verstandig en beschaafd te gedragen. (73)
1063
Aan de hemel wandelden glimlachende wolkjes. (122)