dinsdag 10 juni 2014

tour 57


2 mei 2014

dag 4.1


Bij het ontbijt lees ik L’Est Républicain. Regionaal sportnieuws, een bladzijde hippische berichten, een bladzijde internationaal (Oekraïne) en voor de rest veel uitermate lokale trivia. Mijn aandacht wordt getrokken door enkele nécrologies, her en der verspreid in de krant. Levens als bladvulling. De titel is steevast ‘X s’est éteint’ en het biografietje bij de foto van telkens een oude man (toeval?) mondt onvermijdelijk uit op de plechtstatige formule ‘nos condoléances’. Tussen titel en formule ontrolt zich een verhaaltje van goede bedoelingen, pech, mislukking en stilletjes uitdoven. Geschiedenisjes van onbeduidendheid en falen. X vocht in Algerije en werd dan slager. Hij werd al vroeg getroffen door een hersenbloeding en hield ervan om op zijn oude dag in zijn tuin te werken. Hij werd tot het laatst bijgestaan door zijn vrouw, met wie hij bijna vijftig jaar getrouwd was. Het echtpaar had drie kinderen, waarvan er een verongelukte op zijn tweeëntwintigste, en twaalf kleinkinderen die door X met veel liefde en goede zorgen werden omringd.

Het zou mij niet verbazen als deze stukjes de meest gelezen artikels van de hele krant zijn. Ik lees ze in elk geval gulzig. Mijn onbeduidendheid steekt er nog gunstig bij af. En ik begin alvast in gedachten mijn eigen biografietje te schrijven. En daarin staat natuurlijk de zin ‘Op zijn 52ste maakte hij een lange fietsreis in Frankrijk, waar hij gelouterd en gelukkig van terugkeerde.’!