5 mei 2014
dag 7.5
Als je begint te tellen, zit het
niet goed. Het aantal pedaalomwentelingen, de telefoonpalen, de strepen op de
weg. Tot gindse boom probeer ik op de grotere versnelling aan te houden, pas
dan verleg ik naar een kleinere. Of dat je denkt: Verspring, verspring, verspring dan toch! Dat zeg je in gedachten
tegen je digitale kilometer-, of beter hectometerteller: wanneer heb je
eindelijk weer 100 meter afgelegd? Hoelang duurt die beklimming nog? 4
kilometer? Met de schamele 6 per uur die ik nu haal, is dat nog 40 minuten! Nog
40 minuten dit ellendig kleine verzet trappen waarmee ik nauwelijks vooruitkom…
Enzovoort. Dit kan ternauwernood nog plezierig heten. Met dit gewicht (lichaam
+ fiets + bagage) aan mijn benen zijn de bergen gekkenwerk. Ik moet ze zoveel
mogelijk vermijden, dat is duidelijk. Vandaag en morgen, maar dan moet het uit
zijn met de lange, zware, steile beklimmingen. Schrap die uitstap maar in de
Cevennen, schrap de voet van de Pyreneeën. De heuvels van Bretagne en de
Normandische en Picardische hellingen zullen al lastig genoeg zijn.
Picardië! Ach! De terrils van Le
Nord! En daarna de Zwarte en de Rode Berg!