2 mei 2014
dag 4.4
In Gy post ik het kaartje dat ik
in Soing voor Sarah heb gekocht en intussen heb beschreven. Ik drink un grand crème in het plaatselijke
PMU-gokkantoor. Zoals zo vaak wordt hier onder grand crème niet begrepen wat ik daaronder versta (een grote kop
koffie met ongeveer de helft warme melk), maar krijg ik een dubbele portie
espresso met een armetierig plastic portietje melk erbij. Nu, da’s ook goed, ik
was aan koffie toe en het moet gezegd: de koffie die hier wordt opgediend,
smaakt uitstekend.
Aan de toog domineert een
corpulent heerschap. Hij volgt op de twee schermen die het café rijk is de
lottotrekking én de paardenwedren. Telkens heeft hij net geen prijs. Een magere
zwarte man drinkt pils en heeft geen aanspraak. De dikke gaat naar de wc en
zingt bij het terugkeren met een opvallend trefzekere tenorstem: Ah Stéphanie, tu as les plus beaux yeux du
monde. Deze woorden zijn gericht tot de ook al corpulente barvrouw. Dat
weet ik want zo, als Stéphanie, werd zij aangesproken door een man die de zaak
verliet en haar twee kussen gaf, op elke wang één.
Wanneer ik de bar verlaat en
aanstalten maak om mijn fiets te bestijgen (wat enigszins omslachtig is want de
bagage is achterop zo hoog opgetast dat ik er ternauwernood mijn been overheen
gezwaaid krijg), word ik aangesproken door een stel van een jaar of zestig dat net
aankomt. Of dan toch door mijnheer: mevrouw beperkt zich tot instemmend
glimlachen en bewonderend toekijken. Waarvandaan en waarheen? En helemaal
alleen? Een fluittoon van bewondering. ‘Maar u had moeten vragen of u mee mocht
met Michel Drücker!’ Ik verneem dat de bekende, al decennia lang meegaande en
nimmer oud wordende Franse televisiester ook fietst. ‘U zou in elk dorp worden
toegejuicht!’ ‘Laat maar,’ antwoord ik, Michel
Drücker est trop bavard! De man lacht en wenst me nog een goede
voortzetting van mijn reis.