zaterdag 21 december 2013

los ingeslagen 148


18 september 2013

Gisterenavond bij I. in Drongen. Ingrijpende gesprekken, onder andere over persoonlijke zaken. Hij biedt mij een luisterend oor: een verdwijngat waarin ik alles kan storten wat mij benauwt. Hij weet alles – en op een ándere manier dan waarop de weinige anderen die het weten het weten. Die weinige anderen zijn altijd vrouwen: bij I. is mijn mededeelzaamheid niet erotisch beladen en daardoor lijkt het luchten van mijn hart bij hem efficiënter, helender.

Maar we spraken ook over luchtigere zaken. Zo vertelde I. hoe zijn in de tuin van zijn vakantiehuisje aan de Leie geparkeerde camper (kampeerwagen, mobilhome) aan zijn naam gekomen is: de camper, een oude Peugeot, heeft inderdaad een roepnaam, hij heet ‘G.P.’, Engels uitgesproken: Djeepee.

I. vertelde de ware toedracht van deze naamgeving. ‘We waren op reis in Bretagne en hadden hem onderaan een klif geparkeerd. We waren in het dorp bovenop de klif gaan eten en hadden daar gezegd:  “Le camper est sous les rochers.” De uitbaatster van het restaurant leek zeer ongerust en insisteerde: “Il faut faire attention pour les pierres tombantes.” Zij keek verbaasd toen wij lieten verstaan dat het wel zo’n vaart niet zou lopen. Pas na enige verduidelijking bleek dat zij grandpère had verstaan in plaats van camper – en dat ze dus even had gedacht dat wij onze grootvader daar in een rolstoel onderaan de klif hadden laten staan. En sindsdien noemen wij onze kampeerwagen grandpère of, afgekort: G.P., Djeepee.’