R treedt op deze blog
aan als gast. Hij neemt zich voor mij 365 berichten te sturen en hij gaf mij de
toestemming deze berichten hier te plaatsen.
R wenst anoniem te
blijven.
Dag Pascal,
Zo’n vijfentwintig jaar geleden woonde ik voor het eerst een
automatiseringscongres bij, in het MECC in Maastricht. De conferentieruimte was
schitterend en de opkomst groot. Dat maakte indruk. Zelf had ik net een soort
pak met stropdas aangeschaft, dat me er uit deed zien als een soort heer voor
wie me nog niet kende. Ik mocht in een van de kleinere zalen een presentatie
geven. Ik deed mijn praatje zoals ik dacht dat het hoorde, met veel
transparantjes en een zo groot mogelijke nonchalance.
Na afloop zocht ik een telefoon om mijn vriendin te
vertellen hoe het was gegaan. Ik vond een toestel aan de muur hangen dat in
gebruik was door een andere stropdas, en wachtte discreet op mijn beurt. De man
aan de telefoon belde kennelijk zijn vrouw. Met zijn rug naar mij gekeerd
hoorde ik hem op onderdrukte maar lyrisch toon zeggen ‘…En toen kregen we vis
en scampi’s! En gewoon witte wijn erbij, vandaag weer! Echt heerlijke wijn. Nee
nee, echt, allemaal gratis! En ik heb heel veel zakenmensen gesproken en straks
komen de snacks en ik kijk nog of ik iets voor de kinderen mee kan nemen. Nu
moet ik weer door.’ En toen hing hij op, draaide zich met een uiterst serieuze
blik een kwartslag, voelde of de stropdas nog goed zat en liep met een zo groot
mogelijke nonchalance in zijn soort pak door het marmer van het
vergadercentrum.
Als ik voor mijn werk tussen modieuze kostuums, Italiaanse
schoenen en hippe brillen verkeer, moet ik vaak aan hem denken. In een
naturistische kantooromgeving zouden de meesten van mijn collega’s er aanzienlijk
meer moeite mee hebben een goede indruk te maken. Geboren en getogen in een
rijtjeshuis in een nieuwbouwwijk, maken kantoren, lunchgelegenheden en mooie
auto’s nog steeds een jongensachtige indruk op me. In luxe te verkeren, geeft
mij het prettige gevoel iets goeds te hebben gedaan en bij iets succesvols te
horen. Ook de soldaten van de informatierevolutie dragen massaal en met trots
de uniformen van Hugo Boss.
Groet, R