zaterdag 28 december 2013

Philippe Claudel, Avant l’Hiver



Voor de winter komt de herfst

Een gezellig gezelschap tafelt in een riante tuin. (Het lijkt wel die spot voor kaas, met Hugo Claus in een glansrol.) De camera glijdt mee met de gastheer die binnen nog een fles gekoelde Sancerre gaat halen, we horen op de achtergrond iemand uitroepen dat X. dat verhaal al duizend keer heeft verteld – maar allez, doe maar, het is een leuk verhaal, zo’n verhaal dat niet kan ontbreken tijdens een gezellig samenzijn met familie en vrienden.

Philippe Claudel vertelt met Avant l’Hiver zo’n verhaal dat al duizend keer is verteld – het kan geen toeval zijn dat hij helemaal voorin in zijn film iemand zoiets laat zeggen.

Het verhaal is inderdaad banaal. Het koppel is zeer welstellend (‘de illusie van burgerlijk geluk’): chique 4x4-Volvo voor hem, zij doet de commissies met een Saab; hun modern gedesignde villa is patserig modern en zwaar omheind. Hij werkt zich te pletter als neurochirurg, zij verveelt zich te pletter want ze voert geen spat uit. De vlam is na dertig jaar huwelijk al lang uit de pan. Hij beseft dat zijn leven is voorbijgedenderd zonder dat hij er erg in had en maakt – uitgerekend dan! – kennis met een leuk barmeisje. Ze oogt mooi en is bovendien Marokkaans: Claudel laat het thema van de migratie aanrukken. De Marokkaanse schone stalkt de neurochirurg en doet hem tot het inzicht komen dat hij nooit eerder de tijd nam om eens naar een andere vrouw te kijken. Hij zwicht. Of toch bijna. Het huwelijk komt pas nu zwaar onder druk te staan – alsof het al niet veel eerder aan bloedarmoede is ten onder gegaan. Ondertussen krijgt de geplaagde neurochirurg in zijn praktijk ook nog een joodse vrouw onder het mes: opzijopzijopzij voor het thema van de Holocaust (en niets minder dan dat)! Uiteraard krijgt ook de psychiatrie – via de zieke schoonzus van de geplaagde neurochirurg, die voor het overige niets aan het verhaal bijdraagt – een vinger in de pap van de plot te brokken: retteketet voor de psychiatrie! De plot, nu we het daar toch over hebben, krijgt dan toch nog een verrassende wending, die in een betere film voor spanning had kunnen zorgen. Maar niet bij Claudel! Deze regisseur sleept ons met grote moeite mee naar het einde, naar, u raadt het al, alweer een tuintafelbijeenkomst. We kennen het principe van de wafelenbak als slotscène in de verhalen van Nero, of van het everzwijnfestijn in de verhalen van Asterix. Hetzelfde principe wordt hier toegepast.

Avant l’Hiver is een sof van een film. Het verhaal hangt aan elkaar van de clichés. Welstand maakt niet gelukkig. Galoppeer jezelf niet voorbij op je werk want voor je het weet heb je een burn-out. Vijftig jaar?, schat, staat de midlifecrisis klaar? Huwelijken die veel te lang duren. En wat doe je als je voor de ouderdom staat, avant l’hiver? Het is zeer herkenbaar allemaal, maar il faut le faire om al dat aansprekelijke zo vakkundig de nek om te wringen.

Het ligt niet aan het verhaal, het ligt aan de veel te trage regie, en aan het lijzige acteren van de acteurs: onder meer Daniel Auteuil (die er bijzonder slecht uitziet, vind ik) en Kristin Scott Thomas (die zeer lijzig weet te lonken en de boodschappen-Saab vakkundig bestuurt).