dinsdag 24 december 2013

transgalactisch perspectief 18




R treedt op deze blog aan als gast. Hij neemt zich voor mij 365 berichten te sturen en hij gaf mij de toestemming deze berichten hier te plaatsen.
R wenst anoniem te blijven.

Dag Pascal,

Laatst was ik voor het eerst te gast in het voormalige paleis van de vooruitgang. Bij dit grote softwarebedrijf in het centrum van Nederland, gebeurde het. Het was de commerciële vijand van het bedrijf waar ik destijds voor werkte. En wat ook indruk op me maakte, en niet alleen op mij, ze hadden de mooiste meisjes: lang haar, hoge hakken, grote mond, zichtbare borsten en Italiaanse schoenen. Ze hadden de biologie van het zaken doen daar op waarde geschat en smaakvol uitgebuit.

En nu was ik daar, na al die jaren, opeens voor het eerst bij het hoofdkantoor van dat bedrijf op bezoek. Wat een sensatie. Het gebouw en de inrichting waren nog volledig herkenbaar als het modernste van het modernste, maar dan van twintig jaar geleden. Aan de balie geen ranke studentes maar lompe mannen in uniform: uitbesteed. Met een licht triomfantelijk gevoel over dit kennelijke verval, nam ik plaats in de koffiecorner waar ik kon wachten op diegene met wie ik had afgesproken.

Daar viel mijn oog op een beetje een groezelige, dikkige man van mijn leeftijd, die met geverfd haar, een T-shirtje aan, en op gympen, kennelijk ook op iets of iemand stond te wachten. Toen ik hem zo op afstand observeerde, bedacht ik me opeens dat hij ongetwijfeld een van de hackers was die het bedrijf een jaar of twintig geleden in dienst nam. Jong, slank, energiek, onconventioneel en met een stevige bos krullend haar, was hij vast een van medewerkers die de systemen die het bedrijf had opgeleverd, moest proberen te kraken. De beste van die medewerkers kregen altijd de opdracht om systemen van concurrenten te gaan kraken. En de beste van die medewerkers hielden het er na een jaar of twee wel voor gezien. Waarschijnlijk wachtte mijn uitzicht op een medewerker van de personeelsafdeling die hem van werk naar werk zou gaan begeleiden.

Groet, R