Het is iets vreemds: die onheilstijdingen over Fukushima
passen in geen enkel schema. Wij kunnen een dergelijk scenario niet voor waar
aannemen want het valt buiten de categorieën van tijd die wij hanteren. In ons
tijdsbegrip is de mogelijkheid van een nabij einde niet relevant. We hebben
geen toets voor ‘alles stopt’ op ons klavier. Het definitieve einde van alles
en iedereen is onbevattelijk.
Op de duur begin je zelfs te twijfelen aan de echtheid van
de beelden van ontploffende koeltorens die je toch hebt gezien. Maar wanneer?
En waar? Is het wel zo? Zijn er wel koeltorens ontploft? Is er wel een kerncentrale
vernield daar in Japan? Aardbeving? Tsunami? Deze feiten, en vooral de
mogelijke gevolgen, gaan ons bevattingsvermogen te boven. Dat het leven op
aarde binnen pakweg een maand of zo definitief zou uitdoven doordat al die
staven van ik-weet-niet-meer-welke-substantie hun radioactiviteit vrijuit het
luchtruim kunnen insturen als het gebouw waarin ze nu zijn opgeslagen (of op
ruïneuze wijze kriskras door elkaar liggen) zou instorten of worden vernield
door een nieuwe aardbeving… Dat is een niet te bevatten, onmenselijk
perspectief.
Zou bij de mensen die zich hierover informeren – zonder
enige twijfel een zeer kleine minderheid van de wereldbevolking – nu hetzelfde
gevoel heersen als toen de Koude Oorlog ten tijde van de Cubacrisis zijn
hoogte- (of diepte)punt bereikte, en de wereld ook werd opgezadeld met het
schrikbeeld van een vernietiging van alle leven, met een Apocalyps? Ik weet het
niet.
Het beangstigt mij dat het nu opvallend stil blijft, terwijl
er toen – meen ik te weten – toch veel werd geschreven over het perspectief van
een allesverwoestende atoomoorlog. Hoe zou dat komen? Tijdens de Koude Oorlog
paste de berichtgeving in een strijd tussen Oost en West. Nu valt er geen
propagandistisch ideologisch voordeel te behalen. Vandaag is Fukushima het
symbool van het falen van een totáálsysteem, dat al lang geen tegenstem meer
duldt en dat in staat is om, wanneer het fout loopt, een scherm van stilte neer
te laten. In dat opzicht had de inmiddels door velen verguisde auteur van Het
einde van de geschiedenis en de laatste mens misschien toch gelijk. Hoe
heette hij ook alweer? Juist ja, Francis Fukuyama.