zondag 15 december 2013

mijn woordenboek 366


ARENA

Ik heb nooit een stierengevecht bijgewoond en ik zal dat ook nooit doen. Ik vind het publiekelijk ritueel vermassacreren van grote, zeer elegant gebouwde zoogdieren, eufemistisch tauromachie genoemd, een wreed spektakel, maar ik vind het niettemin een minder erg gebruik dan de hanengevechten of de vinkenzettingen die we hier en daar nog in West-Vlaanderen nog zien opduiken, niet omdat de stieren in Spanje minder brutaal zouden worden behandeld maar omdat het stierenvechten tenminste nog een hoog ontwikkelde, gestileerde heroïsch en erotisch geladen cultuur als aura om zich heen heeft hangen, terwijl het met die hanen enkel om geld en met die vinken enkel om suskewiet gaat.

Dus niet. In mij schuilt geen Henri de Montherlant of Ernest Hemingway, ik laat de wufte Almodovar-esthetiek van de immer slanke, met banderilla’s prikkende picador en de met de muleta zwaaiende matador, al even sensueel aangekleed, aan mij voorbijgaan.

En toch heb ik al eens een corrida bijgewoond. Maar het was er een zonder bloed, een opvoering van een course camarguaise, het was in een buitengemeente van Arles. Jongemannen deden alsof ze bang waren van een jonge stier, die ze een cocarde moesten opspelden of een ring rond een van zijn lange horens moesten hangen, dat weet ik niet meer. Wel weet ik nog dat de avond gesponsord werd door het pastismerk Anisette 51 en dat het feest in het water viel omdat het begon te regenen. Die avond werden wij in onze tent flink gestoken door bijzonder vervelende Camarguemuggen zonder culturele meerwaarde.