wolkenfragmenten
uit Jeroen Brouwers, Groetjes uit Brussel
873
Boven de kaarsrechte, nog naakte bomen
staat de maan in een kring van witte wolken, maar het dak van het woud
laat het licht niet toe tot waar wij lopen. (87)
874
Eeuwenlang zwierven vele schrijvers
hier, aan niets anders denkend dan het boek dat ze bezig waren te schrijven,
tenzij ze kiespijn hadden, zoals ik nu, enggeestige naturen, woordballonnen,
vreemdelingen in hun eigen bestaan, hier een geliefde boom uitzoekend om tegen
te praten of zich andere romantische dingen in het hoofd halend, achterover
liggend naar de wolken kijkend die van boomkruin naar boomkruin glijden,
luisterend aan een steen, en dat soort malligheid, nooit realistisch tenzij in
de verwachting ooit te zullen worden aan gezet tot het schrijven van het boek
dat alle overige boeken overbodig maakt. (88)
875
(…) Brussel is nu bezig de
stad van het jaar 2000 te worden, een stad van wolkenkrabbers boven en
een metro onder de grond. (101)