maandag 9 december 2013

transgalactisch perspectief 12


R treedt op deze blog aan als gast. Hij neemt zich voor mij 365 berichten te sturen en hij gaf mij de toestemming deze berichten hier te plaatsen.
R wenst anoniem te blijven.


Dag Pascal,

Digitalisering van erfgoed is al jaren een hot issue. Archieven, musea, bibliotheken en andere erfgoedinstellingen zijn heftig aan het digitaliseren geslagen. Na het kantoor en de catalogus worden in hoog tempo ook collecties gedigitaliseerd en verschijnen er in de musea steeds meer displays met geinige filmpjes over de geëxposeerde objecten. Voor het omgekeerde, erfgoed van digitalisering, is minder aandacht. Het kan niet anders of dat gaat binnenkort veranderen. We kunnen veel leren van de meer dan 50 jaar digitalisering. Ook van de digitale wereld moeten we onze roots kennen.

Er werken nu grofweg drie generaties automatiseerders. De oudjes zijn begonnen met een cursus Pascal en een Atari-spelcomputer en hadden vooral een technische achtergrond en belangstelling. De tweede generatie bestaat uit de bulk die in dienst trad toen automatiseerders een groot tekort aan personeel hadden. Hun achtergrond is bepaald breder dan technisch, en varieert van bedrijfskundigen tot gymleraren, een ratjetoe eigenlijk. De jonkies vormen de derde generatie. Zij hebben Informatiekunde tijdens hun studie gehad en weten niet beter dan dag en nacht te leven met hun laptop en mobiel. Zij dragen hun werkplek in hun colbert.

Digitalisering is een onontwarbare kluwen van oude en nieuwe spullen, mensen, gegevens, kennis en ervaringen. Wil je daar iets in of aan verbeteren, dan moet je  begrijpen hoe het in elkaar zit. De maatschappelijke consequenties van de automatisering worden, in termen van veiligheid, werkgelegenheid, solidariteit en macht, steeds zichtbaarder en groter. Zo groot zelfs dat we geneigd zijn het als een gegeven te accepteren dat het komt zoals het komt. De vraag dringt zich op in hoeverre we gebruik willen blijven maken van wat de techniek mogelijk maakt, en welke rol de overheid hierin zou moeten vervullen.

In Sillicon Valley is al een museum over automatisering, het Computer History Museum. Het is opgericht door ICT-miljardairs en loopt als een dolle. Geen wonder, kosten nog moeite zijn gespaard om de kinderen en hun ouders anderhalf uur te vermaken met sensationele attracties en goedkope menu’s. Daarmee verdienen die miljardairs weer nieuw geld. Aan iets dergelijks denk ik dus niet bij het erfgoed van digitalisering. Het gaat niet om fun. Het is ernst. Daarom meld ik mij als vrijwilliger voor het Eerste Museum van de Informatierevolutie, waarin nieuwe generaties kunnen leren waarom en hoe de wereld in korte tijd zo ingrijpend en onomkeerbaar veranderde onder invloed van de digitalisering. Dat museum bestaat overigens nog niet. Laten Brugge en Amsterdam maar vechten om de eer.


Groet, R