donderdag 12 december 2013

los ingeslagen 143


3 september 2013

Beenhouwerij – ‘natuurvlees’ – Dobbelaere boert goed. ’t Was vroeger al een vetpot, maar nu ze verhuisd zijn naar hun nieuwe winkel onder de kerk van Christus-Koning is het al helemaal een goudmijn. Alsof ze bij elk samenstellen van de talloze porties filet américain, paté du chef of de obligate tien ‘schelletjes’ pepersalami de zegen van de Heer Zelve meewegen.

Beenhouwerij – ‘natuurvlees’ – Dobbelaere (nieuw interieur met levensgrote foto van verbaasd naar de lens loensende koeien in een of andere polderweide) is mee met de tijd en profiteert er nog van zolang het vegetarisme, al dan niet noodgedwongen, nog een zeer lange strijd voor de boeg heeft. Drie jonge freules bestieren – en ze doen dat onder het juk van de altijd wat vals glimlachende, in het familiebedrijf ingetrouwde uitbaatster – achter de langgerekte koeltoog waarin duizenden soorten ham, biefstuk, mignonnetjes, kippenfilets en bereide smeersels uitgestald liggen in een lillend orgie van verse rozigheid en verlokking. Drie (3) freules, zo druk is het hier – en ze kunnen de toevloed van klanten nog niet volgen. Vaak is het bij beenhouwerij – ‘natuurvlees’ – Dobbelaere tot buiten aanschuiven geblazen.

Ze zijn hier mee met de tijd, dat blijkt bijvoorbeeld uit de wisselgeldmachines aan de twee kassa’s op het eind van de toog: daar moet je onvermijdelijk passeren als je al je overvloedige keuzes hebt gemaakt. Ik had nog nooit eerder zo’n machine gezien – ik moet toegeven dat het een praktische en, vooral, hygiënisch verantwoorde innovatie is. De freules dienen immers geen muntjes en briefjes meer aan te raken: je mikt gewoon een van de biljetten uit je portemonnee in zo’n opslokgleuf en een tel later rinkelt het wisselgeld al in het opraapbakje ernaast. Praktisch, snel, proper. Nog jammer dat er geen geluidje op zit van een weemoedig loeiend rund of een tevreden knorrend biggetje.

Het was even wennen, maar van dat soort innovatie kan ik nog de voordelen zien. U ziet, ik smacht niet naar een onwillekeurige aanraking met de hand van een van die freules wanneer zij mij de pasmunt toestopt nadat ik haar vergoed heb voor de mij verstrekte fijne vleeswaren. Leve de wisselgeldmachine! Meer moeite heb ik met een andere vernieuwing in beenhouwerij – ‘natuurvlees’ – Dobbelaere. Mijn verbazing was groot. Om niet te zeggen dat ik van onversneden verbouwereerdheid niet tot de geëigende reactie in staat bleek.

Toen ik wilde betalen, namelijk, werd mij een chapeau toegeschoven. Een chapeau? Jawel, zo’n lederen hoed met een groenfluweelbekleed bordje eronder, ook in leder afgewerkt, dat wordt gebruikt bij het spelen van het pokerspel. Poker met dobbelstenen welteverstaan: de chapeau dient om de stenen te schudden, en dan moet je, chapeau zeggend, de lederen hoed opheffen ten einde te zien welk resultaat je met je schudwerk hebt bereikt. Of je hoge ogen gooit. Of het toeval dit keer misschien toch werd tenietgedaan door een dobbelsteenworp.

De freule van dienst merkt dat ik nog niet op de hoogte ben van deze innovatie van beenhouwerij – ‘natuurvlees’ – Dobbelaere en ze legt het mij snel uit. In het Brugs natuurlijk, maar die transcriptie laat ik hier nu even achterwege: ‘Als er een zes bij is, krijg je vijf procent korting.’

Ik zei het, ik was verbouwereerd en schudde als een tam schaap (hebben ze hier niet, daarvoor moet je naar de halalslager in de Jan Breydellaan) met de pokerhoed. En ik had dan nog chance ook zeker: er lag een vier op het groene fluweel, een vijf én een zes. Dus kreeg ik vijf procent korting. Op het bedrag dat ik te betalen had, betekende dat toch wel een decacent of zes.

Decadent. Ja, dat is het natuurlijk, deze lokale toepassing van casinokapitalisme. Ik kon mezelf voor de kop slaan dat ik niet had geweigerd het spelletje mee te spelen. (De man na mij had geen chance en moest de volle pot betalen voor zijn ‘korteletten’ (Brugs!) en droge worsten (die nooit echt droog zijn).) Wat was me dat voor een cynische attractie! Op goed geluk met kortingen strooien!, kun je nog opzichtiger communiceren dat je meer dan genoeg winst maakt? En hoe zit dat met de boekhouding? Wie houdt er de scores bij, en hoeveel korting is er tegen het eind van de verstrekt? Het steekt blijkbaar zo nauw niet in beenhouwerij – ‘natuurvlees’ – Dobbelaere.


’t Is dat het de enige beenhouwerij binnen loopbereik is of ik zou overwegen er niet meer te gaan. Maar ik kan natuurlijk nog altijd vegetariër worden.