3 september 2013
Beenhouwerij – ‘natuurvlees’ – Dobbelaere boert goed. ’t Was
vroeger al een vetpot, maar nu ze verhuisd zijn naar hun nieuwe winkel onder de
kerk van Christus-Koning is het al helemaal een goudmijn. Alsof ze bij elk
samenstellen van de talloze porties filet américain, paté du chef of de
obligate tien ‘schelletjes’ pepersalami de zegen van de Heer Zelve meewegen.
Beenhouwerij – ‘natuurvlees’ – Dobbelaere (nieuw interieur
met levensgrote foto van verbaasd naar de lens loensende koeien in een of
andere polderweide) is mee met de tijd en profiteert er nog van zolang het
vegetarisme, al dan niet noodgedwongen, nog een zeer lange strijd voor de boeg heeft.
Drie jonge freules bestieren – en ze doen dat onder het juk van de altijd wat
vals glimlachende, in het familiebedrijf ingetrouwde uitbaatster – achter de
langgerekte koeltoog waarin duizenden soorten ham, biefstuk, mignonnetjes,
kippenfilets en bereide smeersels uitgestald liggen in een lillend orgie van
verse rozigheid en verlokking. Drie (3) freules, zo druk is het hier – en ze
kunnen de toevloed van klanten nog niet volgen. Vaak is het bij beenhouwerij – ‘natuurvlees’
– Dobbelaere tot buiten aanschuiven geblazen.
Ze zijn hier mee met de tijd, dat blijkt bijvoorbeeld uit de
wisselgeldmachines aan de twee kassa’s op het eind van de toog: daar moet je
onvermijdelijk passeren als je al je overvloedige keuzes hebt gemaakt. Ik had
nog nooit eerder zo’n machine gezien – ik moet toegeven dat het een praktische
en, vooral, hygiënisch verantwoorde innovatie is. De freules dienen immers geen
muntjes en briefjes meer aan te raken: je mikt gewoon een van de biljetten uit
je portemonnee in zo’n opslokgleuf en een tel later rinkelt het wisselgeld al
in het opraapbakje ernaast. Praktisch, snel, proper. Nog jammer dat er geen
geluidje op zit van een weemoedig loeiend rund of een tevreden knorrend
biggetje.
Het was even wennen, maar van dat soort innovatie kan ik nog
de voordelen zien. U ziet, ik smacht niet naar een onwillekeurige aanraking met
de hand van een van die freules wanneer zij mij de pasmunt toestopt nadat ik
haar vergoed heb voor de mij verstrekte fijne vleeswaren. Leve de
wisselgeldmachine! Meer moeite heb ik met een andere vernieuwing in
beenhouwerij – ‘natuurvlees’ – Dobbelaere. Mijn verbazing was groot. Om niet te
zeggen dat ik van onversneden verbouwereerdheid niet tot de geëigende reactie
in staat bleek.
Toen ik wilde betalen, namelijk, werd mij een chapeau toegeschoven. Een chapeau? Jawel, zo’n lederen hoed met
een groenfluweelbekleed bordje eronder, ook in leder afgewerkt, dat wordt
gebruikt bij het spelen van het pokerspel. Poker met dobbelstenen
welteverstaan: de chapeau dient om de
stenen te schudden, en dan moet je, chapeau
zeggend, de lederen hoed opheffen ten einde te zien welk resultaat je met
je schudwerk hebt bereikt. Of je hoge ogen gooit. Of het toeval dit keer
misschien toch werd tenietgedaan door een dobbelsteenworp.
De freule van dienst merkt dat ik nog niet op de hoogte ben
van deze innovatie van beenhouwerij – ‘natuurvlees’ – Dobbelaere en ze legt het
mij snel uit. In het Brugs natuurlijk, maar die transcriptie laat ik hier nu
even achterwege: ‘Als er een zes bij is, krijg je vijf procent korting.’
Ik zei het, ik was verbouwereerd en schudde als een tam
schaap (hebben ze hier niet, daarvoor moet je naar de halalslager in de Jan
Breydellaan) met de pokerhoed. En ik had dan nog chance ook zeker: er lag een vier op het groene fluweel, een vijf
én een zes. Dus kreeg ik vijf procent korting. Op het bedrag dat ik te betalen
had, betekende dat toch wel een decacent of zes.
Decadent. Ja, dat is het natuurlijk, deze lokale toepassing
van casinokapitalisme. Ik kon mezelf voor de kop slaan dat ik niet had
geweigerd het spelletje mee te spelen. (De man na mij had geen chance en moest de volle pot betalen
voor zijn ‘korteletten’ (Brugs!) en droge worsten (die nooit echt droog zijn).)
Wat was me dat voor een cynische attractie! Op goed geluk met kortingen
strooien!, kun je nog opzichtiger communiceren dat je meer dan genoeg winst
maakt? En hoe zit dat met de boekhouding? Wie houdt er de scores bij, en
hoeveel korting is er tegen het eind van de verstrekt? Het steekt blijkbaar zo
nauw niet in beenhouwerij – ‘natuurvlees’ – Dobbelaere.
’t Is dat het de enige beenhouwerij binnen loopbereik is of
ik zou overwegen er niet meer te gaan. Maar ik kan natuurlijk nog altijd
vegetariër worden.