Hij schilderde de vlaggemast op en sprak die twaalf jaar dat ik hem gekend heb – waarvan ik hem, bewust en wel, zo’n acht jaar heb horen praten – : ‘De vlag kan weer in top. Ik ben eigenlijk niet rood-wit-blauw, maar heb aan die kleuren meer plezier beleefd dan aan dat zwart-rood-geel.’
Boudewijn Büch, Weerzien, 31