maandag 24 oktober 2011

wolken 186-188

Sandro Veronesi, XY

186
Ik herinner me precies hoe ik de Rechtbank verliet, die ochtend – eindelijk een helder, fris beeld, met scherpe contouren: het sneeuwt niet meer, de melkachtige wolk is gaan liggen op de bergrug, de hem heeft zich geopend en lijkt te ademen […] (77)


187
Maar het waren dagen van enorme duisternis, dagen van angst, van donkerte, van troosteloosheid, en het leek echt alsof een ziekmakende wolk zich had uitgestrekt over de wereld – in ieder geval over het gedeelte van de wereld dat onze ogen konden omvatten. (129)


188
Met dezelfde striemende wind in mijn gezicht, in eenzelfde soort sneeuwstorm, en net als toen verloren in een eindeloze witte wolk, kreeg ik, toen ik bij de bevroren boom aankwam, een steek in mijn borst en was gedwongen te stoppen. (264)