donderdag 6 oktober 2011

wolken 165-168

Giorgio Vasta, De materiële tijd


165

(…) dan loop ik weg, richting huis, onder een hemel vol zwarte wolken die van elke straat een tunnel maakt (…)  (22)


166


Boven mij neemt de massa van de cumuluswolk de vorm van een aambeeld aan. De donkere cumulonembo. (60)


167

Een miljardste van haar vreselijk verre leven dat ik weer zou willen vangen, een naakt bloedlichaampje, een opwellen van purper licht dat afsteekt tegen het zwart van haar haren, en dan strek ik mijn hand uit naar het bloed, ik sta op het punt het tussen mijn vingers te nemen, maar op de laatste tree, als we op de immense, hoekige vlakte van het piazza De Saliba opduiken en de hemel terugvinden en de streperige wolken in het hemelsblauw, opent de bloeddruppel zijn vleugels en vliegt er een lieveheersbeestje weg; en er is alleen het zwart van haar haren nog. (93)


168

Hij heet Venera II en kan niet lang actief zijn, want de wolken die snel over Venus trekken bestaan uit zwavelzuur en als ze in regen veranderen tasten ze alles aan en laten ze alles vervluchtigen.
(…)
De lander van Venera II is hier om gegevens te verzamelen: ze willen ontdekken uit welke substanties de bodem is samengesteld en wat de werkelijke aard van de wolken is, ze willen de chemische structuur van de atmosfeer onderzoeken en de effecten van de zonnewind op de planeet bestuderen. (295-296)