maandag 3 oktober 2011

Karamazov 33

XII.10.

De verdediger legt meteen zijn centrale argument uit: de meeste feiten pleiten tegen de verdachte maar er is geen enkel feit dat de toets der kritiek kan doorstaan. Hij stelt meteen ook dat je met psychologie alle kanten uitkunt. Als illustratie geeft hij een heel andere interpretatie van de manier waarop Dmitri met Grigori is omgegaan. Dostojevski: ik zal niet het hele pleidooi geven, ik zal mij beperken tot enkele fragmenten.

XII.11.
Verrassende wending in het pleidooi van de verdediging: er was geen geld, en er was dus geen roof!

XII.12.
De bewijzen voor de moord door Dmitri zijn niet sluitend, betoogt de verdediger. En Smerdjakov heeft op de verdediger een heel andere indruk gemaakt. De argumenten dat hij de moord niet heeft gepleegd, zijn al evenmin sluitend.

XII.13.
De aanklager focust nu op het gegeven vadermoord. Dat het lijk het lijk is van de vader, is des te bezwarender voor Dmitri. Maar wat voor een vader was dat eigenlijk? ‘Ja, inderdaad, sommige vaders zijn een ramp.’ Dmitri’s vader is de naam ‘vader’ niet waard. En hoewel Dmitri is opgegroeid ‘als een wild dier’, heeft hij, naast zijn onstuimige karakter, toch een goede inborst en is hij tot liefde in staat. Verdediger Fetjoekovitsj trekt de zaken open. Een vader is méér dan een verwekker. We mogen van het kind geen ‘onmogelijke zelfbeheersing’ vragen als het niet écht een liefhebbende vader heeft gehad. Fetjoekovitszj pleit voor een rationele benadering. De plicht een man lief te hebben alleen omdat hij jou verwekker is, dat is een te hoog gegrepen mystiek. Daarom moet de jury niet vergelden maar redden! Als Dmitri een kans krijgt, zal hij berouw hebben. Op die manier kan de jury bewijzen dat Rusland waarlijk op zich groot is en niet blind met zijn trojka tegen de Europese Verlichting dreigt aan te botsen.

XII.14.
De aanklager verdedigt zich! Hoe kun je nu tegelijk beweren dat er een moord is gepleegd en toch weer niet? Hoe kun je een onderscheid aanbrengen tussen verwekker- en vaderschap, zonder het gezin als grondvest van de samenleving aan te tasten? Maar de verdediger heeft de zaal op zijn hand. Dmitri krijgt het laatste woord. Hij zegt nogmaals dat hij zijn vader niet heeft vermoord en vraagt de jury hem niet van zijn God te beroven. Het publiek verwacht vrijspraak, maar doorziet toch dat de verdediging de termen inzet naargelang van de omstandigheden, dat zij van een boerenkar een karos maakt, en omgekeerd. ‘Bestaat er eigenlijk nog zoiets als waarheid in Rusland, heren, of bestaat die niet meer?’ Tot tevredenheid van de mannen en ontsteltenis van de vrouwen wordt Mitja over de hele lijn schuldig bevonden: aan moord ‘met voorbedachten rade en met het oogmerk van roof’.

‘Einde van het vierde en laatste deel’