dinsdag 7 januari 2020

vorig jaar 54 / droom # 121


190106
 
Ik ben in een tuin waar ik niet moet zijn. Ik moet daar iets ophalen maar ik weet niet meer wat. Ik ben naakt, ik verwacht niet iemand tegen te komen want iedereen is toch weg, denk ik. Ik kijk nog rondom naar de achterkanten van de huizen, of er van daaruit geen mogelijkheid is om mij te zien. Alle ramen zijn blind, of er hangen gordijnen. Niemand kan mij zien. Ik denk dat ik veilig ben en ongezien de tuin zal kunnen verlaten. Dan betreedt opeens een heel gezin de tuin, met kleine kinderen en een hond. De hond komt mij besnuffelen. Dan volgen de kinderen de hond. Ik probeer mijn naaktheid te verbergen. De vader ziet mij nu ook. Hij is helemaal niet boos mij hier aan te treffen. Sterker nog: hij trekt, vreemd genoeg, zijn kleren uit en komt naast me op het gras liggen, achter de struik waarachter ik mij schuilhield. Ik zie zijn geslacht zwellen. Dan word ik wakker. * X. had op Facebook een bericht gestuurd: ‘Ik ben in Brugge. Iemand zin om in de late namiddag een aperitief te drinken?’ Ik vond dat sympathiek, ik wil dergelijke initiatieven van vrijgezellen, die duidelijk lak hebben aan een etiquette die terughoudendheid en afstandelijkheid voorschrijft, ondersteunen. En daarom ging ik er op in. (...) Uiteindelijk hebben we vijf uur samengezeten in de Parrazar. Ons gesprek stuiterde alle kanten op: mijn accident, het werk, de woonplaats, de liefde. Onze ervaringen met datingsites. Soms viel het stil, maar dan waren P. en J. er om het gat te dichten. Er hing een heel aangename sfeer in het café, misschien moet ik al eens vaker daar iets gaan drinken. Volgens X. is het een café waar er wel al eens een vrouw te versieren valt! Dan heeft ze het over haar werk. (…) ‘Ik werk liever met mannen dan met vrouwen.’ Hoe vaak heb ik die uitspraak nu al uit de mond van een vrouw gehoord! Een van haar – vrouwelijke – collega’s doet er alles aan om de vlotte en aangename werking te saboteren. Onlangs heeft ze een nota ingediend om haar beklag te maken over het feit dat X. een postzegel scheef op een envelop had geplakt. (…) De scheve postzegel accordeert merkwaardig met een van de blotemannentekeningen van P. die scheef in haar lijst aan de muur hangt, een detail in het interieur waar ik al een hele tijd op zit te kijken. * (…) *