zondag 19 januari 2020

wolken 3531-3533


wolkenfragmenten uit Italo Calvino, Zes memo’s voor het volgende millennium

3531
Om het hoofd van Medusa af te hakken zonder daarbij zelf te verstenen, verplaatst Perseus zich op het lichtste dat er is, de winden en de wolken; en hij vestigt zijn blik op datgene wat hem alleen via een indirecte waarneming onthuld kan worden, in een beeld dat opgevangen wordt in een spiegel. (14)

3532
We kunnen stellen dat door de eeuwen heen in de literatuur altijd twee tegengestelde tendensen hebben gewedijverd: de ene streeft ernaar de taal te maken tot een gewichtloos element dat over de dingen heen zweeft als een wolk, of beter gezegd als zeer fijn stof, of nog beter, als een veld van magnetische impulsen. De andere streeft ernaar in de taal juist de zwaarte, de dichtheid en de concreetheid van dingen, lichamen en gewaarwordingen over te brengen. (25)

3533
Zeer aangenaam is echter ook een weidse en geheel egale vlakte, waar het licht vrij spel heeft en zich zonder variatie of belemmering verspreidt, waar het oog zich verliest enz., door het onbepaalde idee van uitgestrektheid dat die aanblik oproept. Zo ook een hemel zonder wolken. (Calvino citeert Giacomo Leopardi, 71)