woensdag 15 januari 2020

parallel 139

We kwamen aan één tafeltje terecht, en dat zou zes jaar bijna ononderbroken zo blijven. Af en toe haalde men ons uit elkaar omdat we te veel kletsten, af en toe benutte Chris moedwillig een kans om naast een ander te zitten, maar altijd kwamen we weer bij elkaar. Ik zou hem dagelijks omhelsd hebben, maar door zo’n verlangen werd hij niet bewogen. 

Joris Note, Het uur van ongehoorzaamheid, 105

ǁ

Die jongen was misschien wel de grootste en meest hartstochtelijke liefde van mijn leven. Ik moest eraan denken toen ik later een verhaal over de seksuele drijfveren van jeugdige vriendschappen las.
 
Karel Čapek, Een doodgewoon leven, 47