zondag 26 januari 2020

wolken 3547-3557

wolkenfragmenten uit Tommy Wieringa, Alles over Tristan

3547
Haar ogen waren grijs als een wolkenlucht boven zee. (44)

3548
Boven zee rolden loodgrijze regenBoven zee rolden loodgrijze regenwolken, achter hen, op het land, scheen de zon. (76)

3549
Daarna had hij haar misschien afgedroogd en warm gewreven tot ze rood zag, en waren ze naar een blokhut hogerop gelopen waar ze de avond hadden afgewacht en zwijgend keken naar het slepen van de wolken boven de vallei… (82)

3550
De slepende muziek paste bij de leegte van de binnenplaats, de vallei daarbuiten en de wolkeloos blauwe hemel. (126)

3551
Altijd zou er een geheim met haar meereizen als een donkere wolk aan de hemel. (178)

3552
De lucht was vol parelmoeren stapelwolken. (186)

3553
Lage grijze bewolking hing boven de bomen. (219)

3554
Kolkende wolken dreven rond de toppen. Een suizende wolkbreuk doorweekte me tot op de draad. (223)

3555
Op een middag verschenen er bergachtige, oranje wolken aan de horizon. (226)

3556
Onder het lichtgrijs geribbelde wolkenbed zweefde het zwarte silhouet van een roofvogel, rondom mij was alleen gesteente. (239)

3557
Buiten waren de wolken verdwenen, het was een knisperend frisse avond. (245)