vrijdag 10 januari 2020

vorig jaar 58


190110


Ik las De voorlezer in 2001 en in 2009. Nu ik het boek een derde keer lees, stuit ik op zaken die mij aanspreken omdat ik er aansluiting in vind met mijn persoonlijke geschiedenis – en ik vraag mij af of ik die er de vorige keren niet heb uitgehaald (ze staan vaak niet aangestreept), en zo neen, hoe dat dan komt. Ben ik de voorbije tien jaar veranderd? Heeft mijn intensieve omgang met mijn persoonlijke geschiedenis door het schrijven van mijn memoires mijn alertheid voor dit soort zaken aangescherpt? Passages als daar zijn: ‘Was het haar om mij te doen? Of om zichzelf?’ (32); ‘Waarom word ik er zo treurig van als ik aan die tijd terugdenk?’ (33); ‘Dat ze merkten dat ik niet helemaal oprecht was, maakte het er niet beter op.’ (61); ‘(…) weet ik dat ik de herinnering aan Hanna weliswaar achter me had gelaten, maar niet had verwerkt.’ (72); het gisteren al gegeven citaat (72); ‘Ik herkende haar, maar ik voelde niets. Ik voelde niets.’ (78); ‘(…) dan was ik schuldig omdat ik van een misdadigster had gehouden.’ (108); ‘Misschien was hij als jongen en als jongeman rijk aan gevoelens geweest en had die, door ze niet naar buiten te brengen, door de jaren heen laten verdorren en afsterven.’ (112); ‘En vol angst, voor wie ik eigenlijk was.’ (118); ‘Ik bedacht dat als je het juiste tijdstip hebt gemist, als je je te lang iets hebt ontzegd, als iets je te lang is ontzegd, dat het dan te laat komt, zelfs als je er ten slotte met al je inzet aan bent begonnen en het met vreugde hebt aanvaard.’ (152); ‘Had ik niet het recht ook rekenschap van haar te vragen?’ (162); ‘Wat is die vrouw driest geweest. Bent u eroverheen gekomen dat ze u op uw vijftiende...’ (171); ‘Had u (…) wel eens het gevoel dat ze wist wat ze u heeft aangedaan?’ (171); ‘Wat ik heb gedaan en niet gedaan en wat zij mij heeft aangedaan – het is nu eenmaal mijn leven geworden.’ (174) * Een reportage van Louis Theroux over polyamorie. Een heel respectvolle, niet geheel onkritische, maar toch waardevolle benadering, vond ik. (…) *