donderdag 1 november 2018

Montaigne 12


I.11. Over voorspellingen

Het christendom heeft geleid tot de verdwijning van veel orakel- en voorspellingspraktijken, waaraan bijvoorbeeld de Romeinen zich gewillig overgaven. Toch blijft men ‘uit de sterren, uit geesten, lichaamskenmerken, dromen en andere zaken’ de zaken die zullen komen afleiden. Dit is volgens M nochtans geen goed idee. Hij citeert met instemming Horatius: ‘Een karakter dat blij is met het heden zal er een afkeer van hebben zich druk te maken over wat daarna komt.’ Beter is het beslissingen te laten afhangen van dobbelstenen dan van een analyse van de vlucht der vogels of van de ingewanden van een dier. Zo pleitte Plato ervoor om belangrijke politieke beslissingen maar ook de toewijzing van een huwelijkspartner door het lot te laten bepalen. M zegt mensen te kennen die beslissen op basis van hun ‘almanakken’. Maar die zijn zo vaag en algemeen, dat het ‘logisch’ is ‘dat ze het soms wel en soms niet bij het rechte eind hebben’. Cicero zegt: ‘Iemand die de hele dag schiet moet af en toe wel eens doel treffen.’ Het is trouwens een kenmerk van waarzeggerijen: ‘de duistere, dubbelzinnige en zonderlinge taal van het profetisch jargon’. De gebruikers kunnen er de uitleg aan geven die hun het beste uitkomt. Veel van die voorspellingsmethodes lijken geloofwaardig omdat we nu eenmaal niet bijhouden wanneer ze het fout hebben, terwijl wij aan voorspellingen die blijken uit te komen een buitensporige waarde toekennen. Ook door M opgemerkt, is het feit dat mensen vooral in onzekere tijden geloof hechten aan voorspellingen en dus bijgelovig zijn. Wel hecht hij belang aan wat bij Socrates de ‘demon’ heette, ‘een bepaalde impuls van de wil, die zich zonder de instemming van de rede af te wachten bij hem manifesteerde’. M zegt ook bij zichzelf een dergelijke intuïtie te hebben ervaren – hij gebruikt dat woord niet, maar heeft het over ‘zo’n plotseling, onverklaarbaar en intens gevoel over iets’. Hij stelt: ‘het heeft me zoveel voordeel en geluk gebracht me erdoor te laten leiden, dat je zou denken dat er iets van goddelijke inspiratie in steekt’.