(1 oktober 2001)
(Van 27 tot 28 september 2001 nam ik deel aan een experiment van de Duitse kunstenaar Carsten Höller: ik
bracht samen met een vijftigtal mij volslagen onbekenden een etmaal door
in een van de bollen van het Atomium.)
Als ik iets te schrijven zou hebben over mijn
Atomium-ervaring, dan wellicht toch bij voorkeur met het volgende citaat van
Cyrille Offermans (Sporen van Montaigne, 28) in gedachten:
Al vroeg wordt ons
ingepeperd dat we in alles efficiënt en doelgericht dienen te zijn. Dat we,
zoals Montaigne aanbeval, voor alles zouden moeten streven naar innerlijke
rust, is zelfs nergens voor de schijn een programmapunt. Al onze handelingen
staan onder de tirannieke druk van de tijd en het resultaat, worden daarom
nauwkeurig geanalyseerd, geprogrammeerd en gecontroleerd, en staan geenszins,
zoals bij Montaigne, in dienst van de verrijking van de persoonlijke ervaring
maar in die van “de produktiviteit” als zodanig, dat wil zeggen: van ons
vermogen onze energie nog sneller en efficiënter te investeren in een
mechanisme waar we geen of vrijwel geen invloed op hebben.
En daarbij zou dan
de rest van het betoog op dat ‘vrijwel’ moeten toegespitst zijn.