donderdag 7 mei 2015

mijn woordenboek 417



AUTORITEIT

Autoriteit is in deze vaderloze maatschappij een getaboeïseerd onderwerp, langs weerszijden verbrand: links door het verabsoluteerde vrijheidsideaal, rechts door machtsaberraties en pathologische onderdanigheid.

Maar we hebben toch allemaal een vader? En velen onder ons zijn het. Wie het belang van autoriteit niet onderkent, is, ben ik geneigd te denken, een karakterloze zwakkeling. 

Zonder autoriteit geen traditie, zonder traditie geen overlevering van waarden, geen opvoeding, geen volwassenheid, geen vrijheid. Elke vrijheid wordt door autoriteit gegenereerd.

Autoriteit begint waar het tegensprekelijk dispuut ophoudt. Op een gegeven ogenblik zijn alle argumenten uitgeput, is geen verantwoording meer mogelijk. Of moet er eenvoudigweg om praktische redenen een eind worden gemaakt aan de dialoog. Dan heb je te aanvaarden wat het gezag voorschrijft. Waarom? Daarom! Maar aanvaarden is niet meer onze fort. We willen voor het geringste en onbenulligste een verklaring, we rationaliseren alles met de grond gelijk, we kunnen blijkbaar niet meer leven in een wereld die we niet totaal overzien. We denken autonoom te moeten zijn. Maar we vergeten dat onze kern langer dan ons lief is een leegte blijft en dat de rede zelf niet op een ultieme rationaliteit kan bogen: hij teert à la limite op ons geloof erin. Basisvertrouwen is voor het psychische en intellectuele welzijn het hoogste goed, de onontbeerlijkste brandstof.

Wanneer de verantwoordelijke gezagvoerder een beroep doet op zijn naakte autoriteit (‘Waarom?’ ‘Daarom!’), staat hij het zwakst. Hij staat bloot aan de altijd aanwezige mogelijkheid dat diegene die hem gehoorzaamheid verschuldigd is, zich zomaar kan afkeren: 'Foert. De boom N. Ik doe het niet. Trek uw plan.' Vadermoord komt neer op buigen of barsten. Elke dictator is een reus op lemen voeten, elk gezag een luchtspiegeling.

Maar gezag is niet hetzelfde als macht. Macht is autoriteit minus vertrouwen.

Autoriteit en vertrouwen zijn onlosmakelijk verbonden. Het begint al met de aanname dat de werkelijkheid overeenstemt met hoe wij haar voelen en met wat wij erover denken. Dat is, zoals Descartes wist, niet evident. Maar het heeft niet veel zin het te betwisten. Je kunt het maar beter geloven en ervan overtuigd zijn dat het minder baat oplevert die correspondentie tussen werkelijkheid en waarheid in twijfel te trekken. Als je begint te twijfelen aan het gezag van je zintuigen en je denkvermogen, is het einde, en eigenlijk al het begin, zoek. Sceptici hebben het moeilijker om gelukkig te zijn in hun wereld.

Kinderen stappen de werkelijkheid binnen met een basisvertrouwen. Daarom noemen we hen onschuldig. Ze leveren zich uit aan personen die het goed met ze voorhebben. Niet dat ze zich daar uitdrukkelijk vragen bij stellen, maar kinderen geloven dat hun ouders op een oorbare wijze het hun toegemeten gezag uitoefenen. Zaak is om deze basis zo lang mogelijk in stand te houden. Het meest mislukt voelt de ouder zich die het vertrouwen van zijn kinderen heeft geschonden.

Dit basisvertrouwen, essentieel voor het geluk van een kind, wordt in onze tijd op dramatische wijze verkeerd geïnterpreteerd. We hebben de dingen op hun kop gezet. In plaats van het ongeëxpliciteerde vertrouwen dat kinderen in hun ouders en omgeving zouden moeten hebben, verabsoluteren wij nu het vertrouwen dat wij in de kinderen stellen door hen tot keuzevrijheid te verplichten. Maar wat een misvatting is het om de kinderen tot baas te promoveren. Hoeveel gemak en vanzelfsprekendheid ontzeg je hun niet door hen tot kiezen te dwingen. Deze vorm van vertrouwen schenken is onverantwoordelijk, lui, dom.

Autoriteit is een levensnoodzakelijk goed. Wie er zich in vrijheid aan onderwerpt, of aan uitlevert, of aan overgeeft, krijgt het comfort dat erin bestaat niet te moeten denken en niet altijd alles opnieuw te moeten uitvinden. Wie zich vrijgevochten denkt te hebben, moet op de blaren want voortaan moet hij heel veel zaken zelf beslissen. Geen sinecure!

Autoriteit is in door ervaring gepolijste leefregels neergeslagen overgeleverd verleden. Autoriteit maakt het handelen en overleven in een maatschappij mogelijk. Je kunt je eraan onttrekken, maar dan plaats je jezelf buitenspel want je kunt van de anderen niet verlangen dat zij hetzelfde doen.

Deze samenleving kan enkel gered worden als er opnieuw een juist begrip tot stand komt van wat autoriteit eigenlijk is. Ik weet dat het reactionair klinkt, maar het is in mijn ogen keiprogressief.