AUTORITEIT
Autoriteit is in deze
vaderloze maatschappij een getaboeïseerd onderwerp, langs weerszijden verbrand:
links door het verabsoluteerde vrijheidsideaal, rechts door machtsaberraties en
pathologische onderdanigheid.
Maar we hebben toch allemaal
een vader? En velen onder ons zijn het. Wie het belang van autoriteit niet
onderkent, is, ben ik geneigd te denken, een karakterloze zwakkeling.
Zonder autoriteit geen
traditie, zonder traditie geen overlevering van waarden, geen opvoeding, geen
volwassenheid, geen vrijheid. Elke vrijheid wordt door autoriteit gegenereerd.
Autoriteit begint waar het
tegensprekelijk dispuut ophoudt. Op een gegeven ogenblik zijn alle argumenten
uitgeput, is geen verantwoording meer mogelijk. Of moet er eenvoudigweg om
praktische redenen een eind worden gemaakt aan de dialoog. Dan heb je te
aanvaarden wat het gezag voorschrijft. Waarom? Daarom! Maar aanvaarden is niet
meer onze fort. We willen voor het
geringste en onbenulligste een verklaring, we rationaliseren alles met de grond
gelijk, we kunnen blijkbaar niet meer leven in een wereld die we niet totaal
overzien. We denken autonoom te moeten zijn. Maar we vergeten dat onze kern
langer dan ons lief is een leegte blijft en dat de rede zelf niet op een
ultieme rationaliteit kan bogen: hij teert à la limite op ons geloof erin.
Basisvertrouwen is voor het psychische en intellectuele welzijn het hoogste
goed, de onontbeerlijkste brandstof.
Wanneer de verantwoordelijke
gezagvoerder een beroep doet op zijn naakte autoriteit (‘Waarom?’ ‘Daarom!’),
staat hij het zwakst. Hij staat bloot aan de altijd aanwezige mogelijkheid dat
diegene die hem gehoorzaamheid verschuldigd is, zich zomaar kan afkeren:
'Foert. De boom N. Ik doe het niet.
Trek uw plan.' Vadermoord komt neer op buigen of barsten. Elke dictator is een
reus op lemen voeten, elk gezag een luchtspiegeling.
Maar gezag is niet hetzelfde
als macht. Macht is autoriteit minus vertrouwen.
Autoriteit en vertrouwen
zijn onlosmakelijk verbonden. Het begint al met de aanname dat de werkelijkheid
overeenstemt met hoe wij haar voelen en met wat wij erover denken. Dat is,
zoals Descartes wist, niet evident. Maar het heeft niet veel zin het te
betwisten. Je kunt het maar beter geloven en ervan overtuigd zijn dat het
minder baat oplevert die correspondentie tussen werkelijkheid en waarheid in
twijfel te trekken. Als je begint te twijfelen aan het gezag van je zintuigen
en je denkvermogen, is het einde, en eigenlijk al het begin, zoek. Sceptici
hebben het moeilijker om gelukkig te zijn in hun wereld.
Kinderen stappen de
werkelijkheid binnen met een basisvertrouwen. Daarom noemen we hen onschuldig. Ze
leveren zich uit aan personen die het goed met ze voorhebben. Niet dat ze zich
daar uitdrukkelijk vragen bij stellen, maar kinderen geloven dat hun ouders op
een oorbare wijze het hun toegemeten gezag uitoefenen. Zaak is om deze basis zo
lang mogelijk in stand te houden. Het meest mislukt voelt de ouder zich die het
vertrouwen van zijn kinderen heeft geschonden.
Dit basisvertrouwen,
essentieel voor het geluk van een kind, wordt in onze tijd op dramatische wijze
verkeerd geïnterpreteerd. We hebben de dingen op hun kop gezet. In plaats van
het ongeëxpliciteerde vertrouwen dat kinderen in hun ouders en omgeving zouden
moeten hebben, verabsoluteren wij nu het vertrouwen dat wij in de kinderen
stellen door hen tot keuzevrijheid te verplichten. Maar wat een misvatting is het
om de kinderen tot baas te promoveren. Hoeveel gemak en vanzelfsprekendheid
ontzeg je hun niet door hen tot kiezen te dwingen. Deze vorm van vertrouwen schenken
is onverantwoordelijk, lui, dom.
Autoriteit is een
levensnoodzakelijk goed. Wie er zich in vrijheid aan onderwerpt, of aan uitlevert,
of aan overgeeft, krijgt het comfort dat erin bestaat niet te moeten denken en
niet altijd alles opnieuw te moeten uitvinden. Wie zich vrijgevochten denkt te
hebben, moet op de blaren want voortaan moet hij heel veel zaken zelf
beslissen. Geen sinecure!
Autoriteit is in door
ervaring gepolijste leefregels neergeslagen overgeleverd verleden. Autoriteit
maakt het handelen en overleven in een maatschappij mogelijk. Je kunt je eraan
onttrekken, maar dan plaats je jezelf buitenspel want je kunt van de anderen
niet verlangen dat zij hetzelfde doen.
Deze samenleving kan enkel
gered worden als er opnieuw een juist begrip tot stand komt van wat autoriteit
eigenlijk is. Ik weet dat het reactionair klinkt, maar het is in mijn ogen
keiprogressief.