Ik mag graag
kijken naar Alleen Elvis blijft bestaan,
het op Zomergasten van de VPRO geënte
Canvas-interviewprogramma dat met de zeer minzame en bekwame interviewer-annex-zielenzoeker Thomas Vanderveken aan het roer en onder het motto ‘eindelijk nog eens een plek waar
iemand meer dan zestien seconden krijgt om te vertellen wie hij, of zij, is’ stilaan een zeer gunstige reputatie begint te genieten bij een nog nauwelijks door
de openbare omroep bedeeld nichepubliek van – ja, waar is de tijd dat dit sloganwoord
nog met ernst werd gelanceerd? – ‘meerwaardezoekers’. Hoogtijd om het programma
af te schaffen. Leo Hellemans?
Gisteren was het de beurt aan Anne Chapelle. Anne wie? Juist, ik kende haar ook niet. Anne Chapelle wordt op de
tv-webpagina van Story, die ik als meerwaardezoeker altijd raadpleeg wanneer ik
te moe ben om moeilijke boeken te lezen, aangekondigd als: ‘de machtigste
zakenvrouw in de Belgische modewereld’. Nu weet ik niet of er veel machtige
zakenvrouwen zijn in de Belgische modewereld, maar goed. Ik lees verder: ‘Al
was verpleegkunde haar eerste liefde. Ze werkte in de tropen en op de neonatale
afdeling van een Nederlands ziekenhuis. Nadien maakte ze een blitzcarrière in
de farmaceutische sector. Tijdens een sabbatjaar ontmoette ze aan de
schoolpoort Ann Demeulemeester. De twee gingen samen in zee. Vandaag is Anne
Chapelle een CEO van een modebedrijf met een omzet van 30 miljoen euro.’
Dat is nu niet
het profiel waarvoor ik thuis blijf. (En 30 miljoen euro omzet is nu toch ook weer
niet zo spectaculair veel?) Maar voor Thomas Vanderveken maak ik een uitzondering.
En bovendien denk ik: elk mens heeft zijn, of haar, verhaal en als het boeiend
gebracht is, doet het er niet toe waarover het gaat. Het gaat altijd over
hetzelfde – verlangen, geloof, angst, eenzaamheid, liefde en dood – en in die
herkenning spiegelen wij ons.
Het ging al
meteen fout, ik wist meteen hoe laat het was.
Op de steevast
terugkerende vraag die in het inleidinkje wordt gesteld – ‘Wat is uw
voornaamste kwaliteit?’ – antwoordde Chapelle ‘observeren’, maar ze had, zo zou
later blijken, preciezer kunnen zijn.
De gast mag
zichzelf kenbaar maken aan de hand van televisie- of filmfragmenten. Het eerste
fragment dat Anne Chapelle koos, kwam uit de film Gold Rush van Charlie Chaplin: de sequentie waarin hongerige
Charlie een bottine klaarmaakt en serveert aan zijn al even hongerige gast. Alleen Elvis… wordt live uitgezonden en
dus verwachtte ik een spitante commentaar op de 1 euro-maaltijden waarmee onze
minister van Armoedebestrijding het janhagel dat niet wil werken stigmatiseert,
maar Chapelle stuurde het gesprek een andere richting uit: zij had het fragment
gekozen omwille van de schoen. De schoen vormt de basis, orakelde ze, dat is
waar je in staat. En dan, nuffig: ‘Ik kijk, als ik iemand ontmoet, altijd eerst
naar zijn, of haar, schoenen.’ Vanderveken kon zich voor het eerst
ongemakkelijk voelen want waren zijn schoenen wel oké? Chapelles antwoord was
niet eenduidig positief.
Dat was dus
gemiste kans nummer één, en er zouden er nog enkele volgen.
Het zou, zo denk
je dan, over mode moeten gaan, of over zakendoen met Ann Demeulemeester, maar
het ging over Anne Chapelle. Het observatievermogen waar zij prat op ging,
bleek vooral een vermogen tot zelfobservatie te zijn. Het epicentrum van de
wereld van Anne Chapelle was… Anne Chapelle, en daar moest alles voor wijken.
Zeker toen bleek dat Anne Chapelle in haar jeugd Iets Zeer Ergs had meegemaakt.
Vanderveken, die al wel zal geweten hebben hoe laat het was (en hoe lang er nog
te gaan was in zijn een eeuwigheid durende programma van anderhalf uur),
probeerde het over die boeg te gooien omdat hij vond dat zijn gaste er aanvankelijk
nogal luchtig over ging. Maar dat had hij beter niet kunnen doen want Chapelles
luchtigheid bleek een manoeuvre te zijn geweest. Eenmaal ernaar gevraagd, kon
zij het over niets anders dan dat Iets Zeer Ergs meer hebben en het duurde wel een
halfuur voor Vanderveken er een speld kon tussen krijgen. En dat tegenover een
naaister.
Enfin, ik begon
mij steeds meer te ergeren aan deze machtige zakenvrouw, die quasi diepzinnig
over haar zielenroerselen orakelde en over de architectuur van een bevriende
architect, in wiens gebouwen zij het licht vond dat zij ook zo belangrijk vond
in de ogen van de mensen die zij uitverkoos om van haar leven deel uit te
maken.
Over mode
vernamen wij niets. Of het zou moeten zijn dat iemand die beweerde ‘een
ruggengraat’ te hebben daar de hele tijd zeer krampachtig voorovergebogen zat,
gehuld in een vormloze zwarte patattenzak. Telkens zij de hand naar haar hart
bracht om haar emotioneel betoog kracht bij te zetten, of om duidelijk te maken
hoezeer zij werd aangegrepen door wat zij zelf zei, botste ze tegen de op de
zak bevestigde microfoon aan, waardoor een raspend kabaal haar fijngevoelige
parlé perturbeerde. Deze machtigste vrouw van de Belgische modewereld was
vooral onverdraaglijk zelfingenomen; ze spéélde alleen maar dat ze gevoelig is,
maar ze leek mij vooral keihard egocentrisch. En de kwalijke nawerkingen van dat
Iets Zeer Ergs zijn duidelijk nog niet uitgewoed.
Het leukste van
dit mislukte gesprek was de zeer voorkomende manier waarop Thomas Vanderveken
erin slaagde om zijn ergernis onder tafel te houden – ergens in de buurt van zijn
foute schoenen. Toen, tot overmaat van ramp, mevrouw Chapelle het nodig vond om
een gedicht van de door haar om zijn licht aanbeden architect te debiteren,
mompelde de gastheer heel nobel: ‘Mooi gedicht, zeker voor een architect.’ Hoewel
ik alleen in het pand was, ben ik bij dit staaltje van superieure humor in luid
lachen uitgebarsten.
Alleen Elvis blijft bestaan wordt vandaag om 18 uur heruitgezonden op Canvas.